Groep 8 taal thema 4 les 19

TAAL
Ik kan een bedrijvende zin omzetten naar een lijdende zin.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

TAAL
Ik kan een bedrijvende zin omzetten naar een lijdende zin.

Slide 1 - Slide

Lijdende en bedrijvende vorm
  1. De man koopt een computer.
  2. Een computer wordt door de man gekocht.
Zin 1 staat in de bedrijvende (actieve vorm). In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (de man) en een lijdend voorwerp (een computer).
Deze zin kun je in de lijdende (of passieve) vorm (zin 2) zetten. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Anika knipt de foto uit.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 4 - Quiz

Ze pakt het plakboek en de lijm.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 5 - Quiz

Hartjes worden door haar om de foto getekend.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 6 - Quiz

Ze bekijkt elke avond haar plakboek.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 7 - Quiz

De foto's worden door haar gekust.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 8 - Quiz

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
- Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje

Slide 9 - Slide

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje
- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 
- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 
Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.

Slide 10 - Slide

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje
Wordt dus:
Het spelletje wordt gespeeld door de vrienden. 

Slide 11 - Slide

De jongensband geeft een concert.
Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.

Slide 12 - Open question

Opdrachten
Opdracht 2

of 

Opdracht 3

Slide 13 - Slide