LWE_2022_week13_1MH_onbepaalde lidwoorden + aanvullende regels

1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 
  • te gaan zitten
  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in je tas
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?


  • Wörter schreiben/abfragen
  • Kurze Wiederholung  basisregels lidwoorden
  • Uitleg aanvullende regels lidwoorden
  • An die Arbeit


  • Abschluss/ deutsches Lied

Slide 3 - Slide

Lernziel

  • Aan het einde van de les kan je tenminste één aanvullende regel voor het gebruik van -der, -die en van -das benoemen, doordat je opdrachten en aantekeningen hebt gemaakt.

Slide 4 - Slide

Wörter schreiben (Schrijf eerst de woorden op. Erachter schrijf je de vertaling)
  • bijna
  • gezellig
  • grappig
  • netjes
  • het plezier
  • gek
  • omdat
  • de kamer
timer
4:00

Slide 5 - Slide

Wörter abfragen 1MH1

Slide 6 - Slide

Basisregels lidwoorden

Slide 7 - Slide

Wanneer mannelijk?
  • Mannelijke personen, dieren en beroepen
  • de dagen
  • de seizoenen
  • de maanden
  • de dagdelen

Slide 8 - Slide

Wanneer vrouwelijk?
  • vrouwelijke personen, dieren en beroepen
  • woorden die eindigen op: -heit, -keit, -ung, -e

Slide 9 - Slide

Wanneer onzijdig?
  • woorden die in het Nederlands -het woorden zijn, zoals het huis (das Haus), het paard (das Pferd).
  • verkleinwoorden: deze woorden eindigen op -chen en -lein. Het meisje (das Mädchen), het boekje (das Buchlein)

Slide 10 - Slide

Onbepaald lidwoord
een of geen
  • ein of eine 
  • kein of keine

Slide 11 - Slide

Aanvullende regels lidwoorden

Slide 12 - Slide

Bepaald lidwoord -de en -het
Bepaald lidwoord mannelijk (m)   Bepaald lidwoord vrouwelijk (v)

Slide 13 - Slide

Bepaald lidwoord
Bepaald lidwoord onzijdig (o)
Let dus goed op bij het woord Mädchen. Dit is wel een vrouw, maar het eindigt op -chen en is dus een verkleinwoord.

Slide 14 - Slide

Neem dit over in je schrift!
timer
10:00

Slide 15 - Slide

An die Arbeit
Machen im Buch: Dit moet af!
  • Opdracht 7, blz. 51 (Zet een kruisje in de juiste kolom. Is het een mannelijk, vrouwelijk of een het-woord en een persoon of dier)
  • Opdracht 9, blz. 52 (Zet de gegeven woorden bij de -der, -die of -das woorden. Lees nogmaals de aanvullende regels van de lidwoorden)
  • Opdracht 10, blz. 53 (Pas de regels toe en vul het juiste lidwoord in.



  • Hoe? Eerste 10 minuten niet praten en geen vragen stellen. Daarna fluisteren en vragen stellen.

  • Klaar? Schrijf de woordjes van Lektion 1, 2 en 3 op blz. 85 of opdracht 11 blz. 53

timer
10:00
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Lernziel

  • Aan het einde van de les kan je tenminste één aanvullende regel voor het gebruik van -der, -die en van -das benoemen, doordat je opdrachten en aantekeningen hebt gemaakt.

Slide 17 - Slide

die Hausaufgaben

Maken: Opdracht 8, blz. 52 
(zoek in een woordenboek of online het juiste lidwoord van de Duitse woorden op met de Nederlandse vertaling erachter)

Leren: Woordjes Lektion 2 op blz. 85 van NL-DU en DU-NL
(Leer ze door herhaaldelijk op te schrijven!!!!!)

Slide 18 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

TSCHÜSS!!!

Slide 21 - Slide