les 3 HC Lage Landen 1.1 De macht van de stad groeit (3)
Steden en burgers in de lage landen
les 3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Steden en burgers in de lage landen
les 3
Slide 1 - Slide
welkom!
1. herhaling
2. uitleg
3. aan het werk
Slide 2 - Slide
leerdoelen
- hoe de burgers en steden steeds zelfstandiger werden
- de opkomst van de monetaire unie.
- welke positie de adel ging innemen bij de opkomst van de steden
- Hoe de verhoudingen in de stad zich ontwikkelen naar een patriciërsklasse.
Slide 3 - Slide
de vraag waar wij ons de vorige en de komende lessen mee bezighouden:
A
welke invloed hadden de soc-eco ontwikkelingen op de positie vd stedelijke burgerij in de ned gewesten?
B
wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk?
C
In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw?
Slide 4 - Quiz
welke jaren behandelen we de afgelopen lessen en de komende lessen?
A
1050-1302
B
1302-1602
C
1602-1700
Slide 5 - Quiz
'zij die binnen de burcht leven,
A
horigen
B
edellieden
C
koning
D
poorters
Slide 6 - Quiz
Wat zorgde er NIET voor dat de landbouwopbrengst toenam?
A
gewasveredeling
B
betere landbouwgereedschappen
C
meer veiligheid op de wegen
D
ontginning woeste gronden
Slide 7 - Quiz
Tot welk domein behoorde Arneym?
A
abdij van Prüm
B
abdij van Elten
C
Graaf van Gelre
D
zowel a, b als c
Slide 8 - Quiz
Arnhem is ontstaan aan de Rijn
A
waar
B
niet-waar
Slide 9 - Quiz
tussenstand op de vraag:
Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050)-1302)?
Slide 10 - Slide
vraag
Welke drie redenen waren er waardoor in Vlaanderen meer stedelijke ontwikkeling plaatsvond dan in de rest van de Lage Landen?
- hoge landbouwproductiviteit
- Lakenindustrie
- Geografische ligging
Slide 11 - Slide
de vorige les:
Slide 12 - Slide
de steden lagen op het grondgebied van de koning of, als deze heel sterk waren, van de hogere adel. De lage adel had het nakijken bij de groei van de steden omdat zij geen invloed in de steden hadden