3.3 Lezen - les 3

Welkom!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Terugblik Karel ende Elegast
  • Theorie 3.3
  • Nakijken huiswerkopdrachten
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Karel ende Elegast
  • Wees kritisch op hoe je je werk inlevert.
  • Wees kritisch op wat je inlevert.
  • Lees je tekst na op spel-/taalfouten.
  • Je bent een groep: schrijf in de 'wij-vorm', zorg ervoor dat je achter het hele werk staat dat je inlevert. 

Slide 3 - Slide

3.3 Lezen

Doel:
Ik weet wat een betoog is.
Ik kan objectieve en subjectieve argumenten herkennen.

Slide 4 - Slide

Vorige les:
objectieve en subjectieve argumenten
argument, tegenargument, weerlegging

Slide 5 - Slide

Scholen kunnen beter om 9:30 uur beginnen. Uit onderzoek blijkt dat pubers dan beter uitgerust zijn en beter presteren. Als je systematisch later start, ben je echter ook later vrij. Bovendien gaan pubers als ze later mogen beginnen ook later slapen, waardoor ze nog steeds moe in de les zitten.

Slide 6 - Slide

Nakijken
opdracht  3 t/m 7 + 9

Slide 7 - Slide

Lezen tekst 3

Een mijnenveld vol pubers
(blz 197)

Slide 8 - Slide

Huiswerk morgen
opdracht 11 + 13 t/m 16

Slide 9 - Slide

Literaire Podcast

Slide 10 - Slide

literaire podcast

Slide 11 - Mind map

Literaire Podcast
In een literaire podcast ga je met elkaar in gesprek over het boek dat jullie gelezen hebben:
-Bevraag elkaar over passages die jullie mooi, spannend, ontroerend, verrassend, schokkend vonden.
-Bevraag elkaar over in hoeverre jullie je in de hoofdpersoon in kunnen leven.
-Zouden jullie het boek aanraden?

   ->  Zorg ervoor dat je je antwoord kunt onderbouwen.


Slide 12 - Slide

Mogelijke titels

Slide 13 - Slide

Een weeffout in onze sterren
Hazel werd drie jaar geleden opgegeven, maar een nieuw medicijn rekt haar leven voor nog onbekende tijd. Genoeg om een studie op te pakken en vooral niet als zieke behandeld te worden. Augustus, Gus, heeft kanker overleefd - ten koste van een been. Vanaf het moment dat Hazel en Gus elkaar ontmoeten, lijkt er geen ontsnappen aan de zinderende wederzijdse aantrekkingskracht. Maar Hazel wil niet iemands tijdbom zijn.

Slide 14 - Slide

Nouri
Abdelhak Nouri wordt alom beschouwd als een van de meest talentvolle voetballers van zijn generatie. Het zou slechts een kwestie van tijd zijn voordat hij definitief door zou breken bij Ajax en ook internationaal naam zou gaan maken. Op 8 juli 2017 verandert echter voorgoed zijn leven, en dat van zijn familie, wanneer hij tijdens een oefenwedstrijd van Ajax tegen Werden Bremen in het Oostenrijkse Hippach twintig minuten voor het eindsignaal in elkaar zakt op het veld. 

Slide 15 - Slide

Het zusje van
Wat als je broer iemand doodrijdt?

'Het zusje van' gaat over Liv: een gewoon meisje op een gewone school, waar ze gewoon gelukkig is. Tot haar broer Alex in het ziekenhuis belandt door een auto-ongeluk. Niet alleen is Alex zwaargewond, het meisje dat hij aanreed heeft het niet overleefd. Zoë heette ze, en ze zat bij Liv op school.
Vanaf dat moment is Liv niet langer Liv, maar 'het zusje van'. 

Slide 16 - Slide

The Hate U Give
Starr Carter woont in een armoedige, zwarte buurt, maar gaat naar een dure witte school. De balans die Starr tussen deze werelden heeft gevonden, wordt overhoop gehaald als haar beste vriend Khalil voor haar ogen wordt doodgeschoten door een politieagent, onschuldig. Verslagen door emoties probeert Starr zichzelf te herpakken in een samenleving vol ongelijkheid, overleven in de twee werelden wordt steeds lastiger en de waarheid spreken krijgt een hoge prijs.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Lezen

"Ik kan beargumenteerd verslag doen van mijn leeservaring."

Slide 19 - Slide

Schrijfstijl
In literatuur gaat het niet alleen om wat je schrijft, maar ook om hoe je iets schrijft. Dat noem je schrijfstijl.

Als je het over de schrijfstijl van een schrijver hebt, dan heb je het over dingen die opvallen in het taalgebruik: zinsbouw, woordkeuze, beeldspraak, dialogen, beschrijvingen. Stijl is subjectief: je vindt het wel of niet mooi.

Slide 20 - Slide

Stijl: waar kun je op letten?
  • Gebruikt de auteur korte of lange zinnen? 
  • Gebruikt de auteur veel bijvoeglijke naamwoorden?
  • Gebruikt de auteur moeilijke of juist erg makkelijke woorden?
  • Bevat de tekst veel ouderwetse of juist moderne woorden?
  • Bevat de tekst veel (levendige) dialogen?
  • Hoe wordt de ruimte beschreven?
  • Maakt de auteur gebruik van beeldspraak? 
        -> Bij alle bovengenoemde punten: wat is het effect daarvan?

Slide 21 - Slide

Mogelijke vragen
Lize Spit is een Vlaamse auteur. Hoe zie je dat terug in de tekst?

Zit er veel tempo in de tekst? Hoe komt dat?

Wat vind je van de schrijfstijl van Lize Spit? Leg uit waarom.

Slide 22 - Slide

Geïnteresseerd?
In Eva's Vlaamse dorpje Bovenmeer wonen maar twee andere kinderen, allebei jongens. Pim woont op een boerderij en Laurens' ouders hebben een slagerij. De drie trekken in hun jeugd veel met elkaar op. Als de puberteit aanbreekt, veranderen de verhoudingen.

Pim en Laurens raken geïnteresseerd in meisjes en bedenken wrede spelletjes. Eva kan hieraan meedoen of haar enige vrienden verraden. Die keuze is geen keuze.

Slide 23 - Slide

Huiswerk 11 februari
Maken opdracht 3 t/m 7 + 9

Slide 24 - Slide