3.3 Lezen - les 4

Welkom!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Terugblik theorie
  • Nakijken huiswerk van voor de vakantie
  • Samen lezen tekst 4
  • Maken opdracht 17, 18, 20, 21, 23
  • Begin maken met Test jezelf

Slide 2 - Slide

Welke tekstdoelen ken je nog?

Slide 3 - Open question

De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 4 - Quiz


Amsterdam heeft het mooiste concertgebouw van het land, want het heeft meerdere concertzalen van verschillende groottes.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 5 - Quiz

Zelfgemaakte pizza is lekkerder, want je kunt zelf de ingrediënten kiezen.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 6 - Quiz

Nakijken
11 + 13 t/m 16

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Tekst 4
Verschillen tussen man en vrouw lijkt onverminderd populair

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Tekst 4
Verschillen tussen man en vrouw lijkt onverminderd populair
(blz 199/200)

Slide 15 - Slide

Tekst 4
Zelfstandig lezen
maken opdr 17, 18, 20, 21, 23

Denken jullie aan jullie leesboek?

Slide 16 - Slide

Literaire Podcast

Slide 17 - Slide

Groepjes
  •  Anne, Cato, Eden, Tess
  • Ilse, Vanya, Amber, Lisanne
  • Lauren, Kim, Marit, Roos
  • Julie, Karlijn, Rosalie
  • Hesse, Jason, Thym
  • David, Just, Chris, Daan
  • Thijs, Luuk, Kylian, Duuk
  • Sem, Yu-Shan, Julan, Xander

Slide 18 - Slide

literaire podcast

Slide 19 - Mind map

Literaire Podcast
In een literaire podcast ga je met elkaar in gesprek over het boek dat jullie gelezen hebben:
-Bevraag elkaar over passages die jullie mooi, spannend, ontroerend, verrassend, schokkend vonden.
-Bevraag elkaar over in hoeverre jullie je in de hoofdpersoon in kunnen leven.
-Zouden jullie het boek aanraden?

   ->  Zorg ervoor dat je je antwoord kunt onderbouwen.


Slide 20 - Slide

Mogelijke titels
C- of D-boeken uit de mediatheek

Slide 21 - Slide

Mijn nacht met vedder
‘Ik wil ervoor zorgen dat ik niet vergeten word.’ Eigenlijk bedoelt Noor hiermee niet zichzelf, maar haar vader. Hij is plotseling overleden en hoewel Noor hem ontzettend mist, merkt ze tot haar schrik dat ze soms een paar uur niet aan hem heeft gedacht. De angst om haar vader te vergeten wordt steeds groter. Dan klopt Vedder op haar slaapkamerraam. Hij neemt haar een nacht mee op zijn Harley en zorgt ervoor dat ze het verlies van haar vader letterlijk een plek kan geven. 

Slide 22 - Slide

Pokerface
Er zijn goede mensen en er zijn slechte mensen:
Mensen die stelen, liegen en bedriegen zijn slechte mensen.
Goede mensen liegen en bedriegen niet.
Goede mensen stelen niet.

Ik ben een goed mens.
Sem is mijn naam; ik steel, lieg en bedrieg.

Slide 23 - Slide

Het zusje van
Wat als je broer iemand doodrijdt?

'Het zusje van' gaat over Liv: een gewoon meisje op een gewone school, waar ze gewoon gelukkig is. Tot haar broer Alex in het ziekenhuis belandt door een auto-ongeluk. Niet alleen is Alex zwaargewond, het meisje dat hij aanreed heeft het niet overleefd. Zoë heette ze, en ze zat bij Liv op school.
Vanaf dat moment is Liv niet langer Liv, maar 'het zusje van'. 

Slide 24 - Slide

Borealis
Joppe is ontvoerd – en niet alleen hij. In het koude, verafgelegen Borealis wachten honderdtachtig kinderen van over de hele wereld op hun lot, bewaakt door de Crew en beheerst door de Trias. In Borealis ontbreekt het de kinderen aan niets. Ze krijgen les, goed te eten en leren op eigen benen te staan, maar de regels zijn streng en de hekken hoog. Als de kinderen horen waarom ze zijn weggerukt uit hun vertrouwde omgeving, realiseren ze zich dat hun lot verbonden is met dat van de wereld. De Trias heeft hen uitverkoren voor een bijzondere toekomst, maar zitten de kinderen daar wel op te wachten?

Slide 25 - Slide

Nouri
Abdelhak Nouri wordt alom beschouwd als een van de meest talentvolle voetballers van zijn generatie. Het zou slechts een kwestie van tijd zijn voordat hij definitief door zou breken bij Ajax en ook internationaal naam zou gaan maken. Op 8 juli 2017 verandert echter voorgoed zijn leven, en dat van zijn familie, wanneer hij tijdens een oefenwedstrijd van Ajax tegen Werden Bremen in het Oostenrijkse Hippach twintig minuten voor het eindsignaal in elkaar zakt op het veld. 

Slide 26 - Slide

Een weeffout in onze sterren
Hazel werd drie jaar geleden opgegeven, maar een nieuw medicijn rekt haar leven voor nog onbekende tijd. Genoeg om een studie op te pakken en vooral niet als zieke behandeld te worden. Augustus, Gus, heeft kanker overleefd - ten koste van een been. Vanaf het moment dat Hazel en Gus elkaar ontmoeten, lijkt er geen ontsnappen aan de zinderende wederzijdse aantrekkingskracht. Maar Hazel wil niet iemands tijdbom zijn.

Slide 27 - Slide

The Hate U Give
Starr Carter woont in een armoedige, zwarte buurt, maar gaat naar een dure witte school. De balans die Starr tussen deze werelden heeft gevonden, wordt overhoop gehaald als haar beste vriend Khalil voor haar ogen wordt doodgeschoten door een politieagent, onschuldig. Verslagen door emoties probeert Starr zichzelf te herpakken in een samenleving vol ongelijkheid, overleven in de twee werelden wordt steeds lastiger en de waarheid spreken krijgt een hoge prijs.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Lezen

"Ik kan beargumenteerd verslag doen van mijn leeservaring."

Slide 30 - Slide

Schrijfstijl
In literatuur gaat het niet alleen om wat je schrijft, maar ook om hoe je iets schrijft. Dat noem je schrijfstijl.

Als je het over de schrijfstijl van een schrijver hebt, dan heb je het over dingen die opvallen in het taalgebruik: zinsbouw, woordkeuze, beeldspraak, dialogen, beschrijvingen. Stijl is subjectief: je vindt het wel of niet mooi.

Slide 31 - Slide

Stijl: waar kun je op letten?
  • Gebruikt de auteur korte of lange zinnen? 
  • Gebruikt de auteur veel bijvoeglijke naamwoorden?
  • Gebruikt de auteur moeilijke of juist erg makkelijke woorden?
  • Bevat de tekst veel ouderwetse of juist moderne woorden?
  • Bevat de tekst veel (levendige) dialogen?
  • Hoe wordt de ruimte beschreven?
  • Maakt de auteur gebruik van beeldspraak? 
        -> Bij alle bovengenoemde punten: wat is het effect daarvan?

Slide 32 - Slide

Mogelijke vragen
Lize Spit is een Vlaamse auteur. Hoe zie je dat terug in de tekst?

Zit er veel tempo in de tekst? Hoe komt dat?

Wat vind je van de schrijfstijl van Lize Spit? Leg uit waarom.

Slide 33 - Slide

Nakijken
11 + 13 t/m 16

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide