Van verhaal naar een kloppende reactievergelijking 4.2 Chemie Overal H3/V3

Van verhaal naar een kloppende reactievergelijking

Leerdoelen:
6. Ik kan uit een verhaal een reactieschema opstellen.
7. Ik ben in staat om vanuit een reactieschema een kloppende reactievergelijking te maken.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Van verhaal naar een kloppende reactievergelijking

Leerdoelen:
6. Ik kan uit een verhaal een reactieschema opstellen.
7. Ik ben in staat om vanuit een reactieschema een kloppende reactievergelijking te maken.

Slide 1 - Slide

Welk(e) cijfer(s) zijn indexcijfers?


3 P2O5
A
3
B
2 en 5
C
allemaal
D
Geen van allen

Slide 2 - Quiz

Welk cijfer mag je nooit aanpassen? De indexcijfers of de coëfficiënten?
A
De indexcijfers
B
De coëfficiënten
C
Geen van beiden
D
allebei

Slide 3 - Quiz

Maak de onderstaande reactievergelijking kloppend:

(noteer alleen de coëfficiënten)

...  FeO + ... C --> ... Fe + ... CO2
timer
3:00

Slide 4 - Open question

Van een verhaal naar een reactievergelijking in 4 stappen:

Stap:
1. Lees het verhaal goed.
2. Noteer het reactieschema (in woorden, met fasen).
3. Zet de woorden van de stoffen om in symbolen.
4. Maak de reactievergelijking kloppend.

Slide 5 - Slide

Hiervoor moet je een aantal dingen kennen:

- De symbolen van de atoomsoorten zoals in het S.O. (Als je dat blaadje kwijt bent: blz. 78, figuur 3.8).
- De 7 elementen die  als stof niet alleen willen bestaan en dus een duo vormen (blz. 86 figuur 3.27).
- De molecuulformules van de acht stoffen op bladzijde 85.

Slide 6 - Slide

Welk van de onderstaande elementen hoort bij de uitzonderingen(duo's)?
Wel
Niet
waterstof
stikstof
koolstof
ijzer
zuurstof
fluor

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Fosfor reageert met zuurstof tot difosforpentaoxide.





Water ontstaat wanneer waterstof met zuurstof reageert.
Voor
Na
fosfor
zuurstof
difosforpentaoxide
waterstof
zuurstof
water

Slide 9 - Drag question

Voorbeeld:
1. Het gas ammoniak, NH3, is een belangrijke grondstof voor kunstmest. Deze wordt gemaakt door stikstofgas met waterstofgas te laten reageren.

2. Reactieschema:
stikstof (g) + waterstof (g) --> ammoniak (g)

3.     N2 (g) +       H2 (g)         -->    NH3 (g)

Slide 10 - Slide

Maak de vorige reactievergelijking kloppend:

  N2 (g) +       H2 (g)         -->    NH3 (g)
timer
3:00

Slide 11 - Open question

Nu jullie! Maak een kloppende reactievergelijking. Laat elke stap (4) zien!
Bij de volledige verbranding van methaan (CH4) reageert methaan met zuurstof uit de lucht tot waterdamp en het gas koolstofdioxide.
timer
8:00

Slide 12 - Open question

Huiswerk:
- Paragraaf 4.2!!! Alle opdrachten.

- Oefen eventueel nog met 21 t/m 40 van de reactievergelijkingen.
- Vrijdag vragenuurtje!

Slide 13 - Slide