W20 GPL klas 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue

Semaine 20

Le 17 mai

GPL

Aujourd'hui

• de ontkenning 
• een vraag stellen zonder vraagwoord

Réviser

De ontkenning:

Een ontkenning in het Frans bestaat uit twee woorden.

ne.... + pas / plus / jamais / pas encore / rien

Ne staat er dus altijd.

Het tweede deel kan dus veranderen. Dan verandert de betekenis van de ontkenning ook.

Wat is de vertaling van:
ne....pas?

1. niet
2. niets
3. geen
4. nooit

Wat is de vertaling van:
ne....plus?

1. niet
2. niets
3. nooit
4. niet meer

Wat is de vertaling van:
ne....jamais?

1. nog niet
2. niets
3. nooit
4. niet meer

Wat is de vertaling van:
ne.... pas encore?

1. nog niet
2. geen
3. nooit
4. niet meer

Wat is de vertaling van:
ne....rien?

1. nog niet
2. niets
3. nooit
4. niet meer

Uit hoeveel woorden bestaat een ontkenning in het Frans?
(noteer een getal)

Waar zet je de ontkenning omheen?
(Hoe noemen we dat woord?)

Réviser

ne.... + pas / plus / jamais / pas encore / rien

• open plek
• persoonvorm

Réviser

• il préfère les pizzas.
• persoonsvorm?
• persoonsvorm = préfère
• ne ervoor en pas erachter
• Il ne préfère pas les pizzas.

Réviser

• Chantal habite à Rome + ne ...plus
• persoonsvorm?
• persoonsvorm = habite
• ne ervoor en plus erachter
• Let op: ne wordt n' 
• Chantal ne habite plus à Rome.

Zet de volgende zin in de ontkenning:

Ils mangent bien + ne ... pas

Zet de volgende zin in de ontkenning:

Mon frère travaille + ne ... plus

Zet de volgende zin in de ontkenning:

J'ai mangé beaucoup + ne ... pas

Zet de volgende zin in de ontkenning:

Tu vas changer + ne ... pas encore

Zet de volgende zin in de ontkenning:

Alicia a d'argent + ne ... jamais

Welke zin is correct?

1. Je n'ai rien fait ce matin.
2. Je n'ai fait rien ce matin.
3. Je ne ai rien fait ce matin.
4. J'ai ne rien fait ce matin.

Welke zin is correct?

1. Mon ne frère pas fait de sport.
2. Mon frère n'fait pas de sport.
3. Mon frère ne fait pas de sport.
4. Mon frère ne fait de sport pas.

Wat is de correcte vertaling van

'Ik ben nooit ziek.'?

1. Je ne suis pas encore malade.
2. Je ne suis jamais malade.
3. Je ne suis plus malade.
4. Je ne suis pas malade.

En de laatste:
Wat is de correcte vertaling van

'Steph eet geen vlees meer.'?

1. Steph ne mange pas de viande.
2. Steph ne mange jamais de viande.
3. Steph ne mange rien de viande.
4. Steph ne mange plus de viande.

Zijn er nu nog vragen over de ontkenning?

Réviser

Een vraag stellen:

vragen zonder vraagwoord

Twee manieren (eigenlijk drie!):

1. vragend uitspreken
2. est-ce que

   (3. inversie)

Réviser

1. Vragend uitspreken

Aan het einde van de zin een vraagteken en je stem gaat omhoog.

Tu as un frère.                    => Tu as un frère?

Il mange une pizza.         => Il mange une pizza?

Vous êtes en France.     => Vous êtes en France?

Réviser

2. Est-ce que

Est-ce que + gewone zin

Tu as un frère.                    => Est-ce que tu as un frère?

Il mange une pizza.         => Est- ce qu'il mange une pizza?

Vous êtes en France.     => Est-ce que vous êtes en France?

Let op: que verandert in qu' bij een klinker

Maak de volgende zin op een andere manier vragend:
Son père est sportif?

Maak de volgende zin op een andere manier vragend:
Vous faites de la natation?

Maak de volgende zin op een andere manier vragend:
Est-ce que tu aimes le foot?

Maak de volgende zin vragend met est-ce que:

Il mange beaucoup?

Maak de volgende zin vragend met est-ce que:

Nous avons raison?

En de laatste:
Maak de volgende zin vragend met est-ce que:
Elles sont en route?

Zijn er nu nog vragen?

Over een vraag stellen, de ontkenning, andere stof (van de toets)?