Je nadert een volledig kruispunt. Je ziet dat er sneeuw op de weg ligt. Ook uit het tegenovergestelde richting komt er een fietser, die rechtdoor wilt rijden. Jij wilt links afslaan, wat doe je in deze situatie?
A
Je maakt oogcontact met de fietser en wacht af.
B
Je laat de fietser voor gaan.
C
Je verleent de fietser voorrang.