held 2

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Toetsweek
  • Bespreken Hulpboek blz. 34 opdracht 16, 18, 19.
  • Hoofdstuk 8. 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Toetsweek
  • Bespreken Hulpboek blz. 34 opdracht 16, 18, 19.
  • Hoofdstuk 8. 

Slide 1 - Slide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Slide

Hulpboek blz. 103
Ergon 9.


Slide 5 - Slide

HELDEN


Taalboek blz. 42
Hulpboek blz. 34.

Slide 6 - Slide

Opdracht 16
  • a δεινὸν τέρας
  • b Zij doodt met haar ogen en heeft slangen in plaats van haren. Ze ziet er dus uit als een monster en is gevaarlijk.
  • c Medusa heeft ook slagtanden, bronzen handen en gif in het slangenhaar, waarmee zij ook kan doden.

Slide 7 - Slide

Opdracht 18
  • a De godin Athena is afgebeeld. Op haar borstharnas is de medusakop afgebeeld die zij van Perseus cadeau kreeg. 
  • r.24-25 Ἀντὶ δὲ τῆς τῶν θεῶν βοηθείας ὁ Περσεὺς τὴν τῆς Μεδούσης κεφαλὴν παρέχει τῇ Ἀθηνᾷ.
  • b De tegenstanders van Athena zullen in een gevecht naar haar kijken en zien tegelijk het borstharnas met de kop van Medusa. Zij zullen schrikken en verstijven van angst als zij Medusa in de ogen kijken. Athena gebruikt de kop van Medusa om haar tegenstanders af te schrikken.

Slide 8 - Slide

Opdracht 19
  • a De man staat in aanvalspositie met een zwaard in zijn hand en heeft het dier onderworpen. Hij ziet er fysiek sterk uit, goed gespierd en is niet bang. Het dier is een samengesteld beeld met een mannenlichaam en een stierenkop, duidelijk een monster.
  • b Beide monsters zien er afschrikwekkend uit maar de Minotauros is vooral groot, sterk en agressief. Medusa werkt met gif en een dodelijke blik.

Slide 9 - Slide

Ἡ Μέδουσα Γοργών ἐστιν, δεινὸν τέρας.

Slide 10 - Open question

Ἀντὶ γὰρ τριχῶν ἐχίδνας ἔχει καὶ τοῖς ὀφθαλμοῖς
κτείνει πάντας, ὅσοι βλέπουσιν εἰς τὸ πρόσωπον
αὐτῆς.

Slide 11 - Open question

Φόβῳ οὖν οἱ ἄνθρωποι φεύγουσιν ἐκ τῆς τῶν Γοργόνων χώρας.

Slide 12 - Open question

Ἀλλ᾽ ὁ ἥρως Περσεύς, ὁ τοῦ Διὸς υἱός, τὴν ἀρετὴν φαίνειν ἐθέλει τοῖς θεοῖς καὶ τοῖς ἀνθρώποις·

Slide 13 - Open question

τὴν γὰρ Μέδουσαν κτείνειν ἐθέλει.

Slide 14 - Open question

Οὕτω δὲ βοηθεῖ τοῖς τῆς χώρας
ἀνδράσιν καὶ ταῖς γυναιξὶν καὶ τοῖς παισίν.

Slide 15 - Open question

Οἱ δὲ θεοὶ τῷ τοῦ Διὸς υἱῷ βοηθοῦσιν.

Slide 16 - Open question

Ἡ γὰρ Ἀθηνᾶ τῷ ἥρωι τὴν ἀσπίδα παρέχει·

Slide 17 - Open question

στίλβει δὲ ἡ ἀσπὶς ὡς κάτοπτρον.

Slide 18 - Open question

Ὁ δ᾽ Ἅιδης τὴν κόρυθα παρέχει τῷ Περσεῖ·

Slide 19 - Open question

εἰ δ᾽ ὁ Περσεὺς τὴν κόρυθα ἐν τῇ κεφαλῇ φέρει, ἀφανής ἐστιν.

Slide 20 - Open question

Ὁ δ᾽ Ἑρμῆς τῷ τοῦ Διὸς παιδὶ τὰ ὑπόπτερα σάνδαλα παρέχει.

Slide 21 - Open question

Ὁ δὲ Περσεὺς μάλα χαίρει τοῖς δώροις.

Slide 22 - Open question

Καὶ πελάζει ὁ Περσεὺς τῇ Μεδούσῃ, ἀφανὴς τῇ
τοῦ Ἅιδου κόρυθι.

Slide 23 - Open question

Βλέπει δ᾽ εἰς τὸ δεινὸν τέρας ἐν τῇ ἀσπίδι, ὡς ἐν κατόπτρῳ·

Slide 24 - Open question

οὕτω γὰρ οὐκ εὐθέως εἰς τὸ τῆς Γοργόνος πρόσωπον βλέπει.

Slide 25 - Open question

Ὡς δὲ τάχιστα ὁ ἥρως ἐγγύς ἐστιν, ἀποκόπτει
τὴν τῆς Μεδούσης κεφαλὴν τῇ μαχαίρῃ.

Slide 26 - Open question

Ἔπειτα δὲ τοῖς τοῦ Ἑρμοῦ σανδάλοις φεύγει ὡς τάχιστα.

Slide 27 - Open question

Ἀντὶ δὲ τῆς τῶν θεῶν βοηθείας ὁ Περσεὺς τὴν τῆς Μεδούσης κεφαλὴν παρέχει τῇ Ἀθηνᾷ.

Slide 28 - Open question


Slide 29 - Open question

Aan het werk.
  • Leer de vetgedrukte woorden op Taalboek blz. 27, 29, 31, 41 en 43.
  • Lees hulpboek blz. 104
  • Maak blz. 105, Ergon 13 en 14.

Slide 30 - Slide

Egon 13
  • 1 Αἱ θυγατέρες δῶρον παρέχουσι τῷ πατρί.  meewerkend vw
  • De dochters geven geschenken aan de vader
  • 2 Οἱ θεοὶ τοῖς ἀνθρώποις φυλάττουσι τὴν γῆν. meewerkend vw
  • De goden beschermen voor de mensen de aarde.
  • 3 Τῇ λαμπάδι αἱ γυναῖκες ἅπτουσι τὸ πῦρ. bijw.bep
  • De vrouwen steken het vuur aan met een fakkel.
  • 4 Ὁ τῶν Ἑλλήνων ἡγεμὼν τὸν ἐχθρὸν δόρατι κτείνει. bijw.bep
  • De aanvoerder van de Grieken doodt de vijand met een lans.
  • 5 Τοῖς ὅπλοις οἱ ἥρωες τὴν ἀρετὴν φαίνουσιν ἐν τῇ μάχῃ. bijw.bep -  aanvulling (bij voorzetsel)
  • Met hun wapens laten de helden in het gevecht hun dapperheid zien.

Slide 31 - Slide

Egon 13
  • 6 Ὁ υἱὸς βοηθεῖ τῷ πατρί ἐπὶ τῷ ἔργῳ. aanvulling (bij ww) -  aanvulling (bij voorzetsel)
  • De zoon helpt zijn vader bij het werk.
  • 7 Τῇ θυγατρὶ ἡ μήτηρ τὴν τέχνην φαίνει. meew. vw
  • De moeder laat aan haar dochter haar vaardigheid zien.
  • 8 Αἰσχύνῃ τὸ τέκνον τῇ ἀδελφῇ τὰ πράγματα οὐ καταλέγει. bijw.bep -  meew.vw
  • Uit schaamte vertelt het kind de gebeurtenissen niet aan zijn zus.
  • 9 Ταῖς γυναιξὶν οἱ παῖδες ὕλῃ ποιοῦσι τὸ πῦρ. meew.vw - bijw.bep
  • De kinderen maken met brandhout voor de vrouwen het vuur.
  • 10 Ἀκηδείᾳ ὁ Κρόνος τὸν τῆς γυναικὸς δόλον οὐ νοεῖ. bijw.bep
  • Uit onoplettendheid merkt Kronos de list van zijn vrouw niet op.

Slide 32 - Slide

Ergon 14

Slide 33 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de vetgedrukte woorden op Taalboek blz. 27,  29, 31, 41 en 43.
  • Lees tekstboek blz. 44.
  • Maak Hulpboek blz. 36, opdr. 22 en 23.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 34 - Slide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 35 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 36 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 37 - Open question