Hoe schrijf je zwakke werkwoorden in verleden tijd?
Zet deze stappen:
1. Wat is het
hele werkwoord?
2. Wat is het hele werkwoord -en? Dit is de stam.
3. Zit de laatste letter van de stam in het 't kofschip x?
- nee; dan komt er -de achter
- ja: dan komt er -te achter
Dus wat is de verleden tijd van 'geloven'?