Nieuw Nederlands KGT 2 Cursus 1 Meer dan lezen Par. 2

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands klas 2 KGT)

  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands klas 2 KGT)

  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Huiswerk gemaakt?
  • Lesdoelen bespreken
  • Cursus 1 Meer dan lezen par. 2   
  • Tijd over? Start met het huiswerk
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Cursus 1 Meer dan lezen
  • § 2 Onbekende woorden
  • § 6 Feit, mening, standpunt en argument
      

Slide 3 - Slide

§ 2 Onbekende woorden
Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kijk dan eerst of je de betekenis uit de tekst kunt halen. Gebruik hiervoor een woordraadstrategie
Je hebt hiervoor de volgende manieren al geleerd: een synoniem, een omschrijving en een voorbeeld zoeken.

Slide 4 - Slide

§ 2 Onbekende woorden
Je leert nu twee nieuwe woordraadstrategieën.


1. Een tegenstelling zoeken
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms vinden doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. Een tegenstelling is een woord dat precies het tegenovergestelde betekent.
Bijvoorbeeld: boven ↔ onder; hoog ↔ laag; veilig ↔ gevaarlijk; klassiek ↔ modern.

Slide 5 - Slide

§ 2 Onbekende woorden
Zo zoek je een tegenstelling
Let in de tekst op de woorden maar, echter, toch, daarentegen
Aan deze woorden kun je zien dat er een tegenstelling in de tekst staat.
Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.
Het woord prijzig is een tegenstelling van goedkoop. Prijzig betekent dus duur.

Slide 6 - Slide

§ 2 Onbekende woorden
2. Een bekend woorddeel zoeken

Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel in dat woord. Deze strategie kun je toepassen bij woorden die zijn samengesteld uit twee of meer woorden, bij woorden met een voorvoegsel en bij woorden met een achtervoegsel.

Slide 7 - Slide

§ 2 Onbekende woorden
Zo zoek je een bekend woorddeel

  • Kijk welke delen van het woord jij al kent. Bijvoorbeeld:
    - Inkoopmedewerker. Je kent het woord inkoop en het woord medewerker. Een inkoopmedewerker is dus iemand in het                bedrijf die meehelpt met de inkoop.

  • Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, her-.
       Bijvoorbeeld:
       – ongezond. Je weet dat on- hetzelfde is als niet of zonder. Ongezond betekent dus niet gezond.
       – hergebruiken. Je weet dat her- opnieuw betekent. Hergebruiken betekent dus opnieuw gebruiken.

  • Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld: -vol, -loos, -rijk.
       – naamloos. Je weet dat -loos hetzelfde is als zonder. Naamloos betekent dus dat iets zonder naam is, het heeft geen naam.

Slide 8 - Slide

Aan de slag met het
huiswerk


Cursus 1 Meer dan lezen
§ 2 Onbekende woorden
Opdracht 3 t/m 5


Slide 9 - Slide

Fijne dag & tot volgende les!
Pak je tas weer in &
blijf zitten tot de bel gaat.

Slide 10 - Slide