1920 3.2 periodiek systeem

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Het periodiek systeem

planning

terugblik vorige les

uitleg H 3.2

Vragen maken in Lesson up

Vragen maken 9 t/m 14

vorige les

Atomen bestaan uit een kern met neutronen en protonen met daar omheen elektronen in schillen

atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen

massa getal = aantal protonen + aantal neutronen

massa neutron = massa proton = 1 u

Wat is de massa van Koolstof 13 in u

1. 6
2. 7
3. 13
4. 21,7 x 10^-27 kg

Leerdoelen

aan het einde van de les kun je uitleggen wat

• het periodiek systeem is
• welke groepen er in het periodiek systeem zitten
• welke eigenschappen verschillende groepen hebben

Het periodiek systeem

Periodiek systeem

Groepen van boven naar beneden

perioden van links naar rechts

elk element in een groep hebben overeenkomstige eigenschappen

periodiek systeem

groep 1 : alkalimetalen

reageren heftig met water  (er ontstaat waterstof)

reageren heftig met halogenen (groep 17)

groep 2: aardalkalimetalen 

reageren met water en 1 op 1 met zuurstof

groep 18: edelgassen reageren niet met andere stoffen

periodiek systeem reactiviteit

Edelgasconfiguratie: buitenste schil ( tabel 3) gevuld

1 electron te weinig of te veel in buitenste schil: zeer reactief

2 electronen te weinig of te veel in buitenste schil: reactief

metalen en niet metalen

metalen

1. geleiden stroom
2. buigbaar, taai
3. geleiden warmte makkelijk
4. glanzend wanneer gepoetst

Chloor en broom hebben gelijksoortige eigenschappen

1. nee
2. ja
3. weet ik niet
4. 17

Kalium is een alkalimetaal

1. juist
2. onjuist

planning

terugblik vorige les

uitleg H 3.2

Vragen maken in Lesson up

Vragen maken 9 t/m 14

Maak de vragen individueel en in stilte. Bij vragen je buur anders vinger omhoog. De laatste 10 minuten zijn weer klassikaal

Leerdoelen

aan het einde van de les kun je uitleggen wat

• het periodiek systeem is
• welke groepen er in het periodiek systeem zitten
• welke eigenschappen verschillende groepen hebben

gaan we ff checken

fluor en broom reageren op de zelfde manier

1. juist
2. onjuist

natrium en lithium reageren heel sterk met water

1. juist
2. onjuist