Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.
Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben.
5.1 bladzijde 106
Biologie
Vanaf bladzijde 109
Opdracht 1 tot en met 9
Vanaf bladzijde 109
Opdracht 1 tot en met 9
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3
This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.
Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben.
5.1 bladzijde 106
Biologie
Vanaf bladzijde 109
Opdracht 1 tot en met 9
Vanaf bladzijde 109
Opdracht 1 tot en met 9
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Al je lichaamscellen zijn ontstaan uit één enkele, bevruchte eicel. Door celdeling ontstaan nieuwe cellen uit de bevruchte eicel.
DNA gekopieerd --> Celdeling
Elke dochtercel: 46 chromosomen.
Elke cel bevat dezelfde genetische informatie.
Deze informatie erf je van je ouders (de helft van je moeder, de helft van je vader).
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Voor elke eigenschap zijn meerdere stukjes DNA nodig. Die stukjes DNA vormen samen een gen.
Slide 6 - Slide
Eigenschappen erf je (genotype)
Clipphanger:
Waarom hebben de meeste mensen bruine ogen?
Slide 7 - Slide
Ezelsbruggetje:
genotype; bevat woord gen, dus DNA
Slide 8 - Slide
Elke cel bevat alle erfelijke en dus genetische informatie.
Een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft. De andere genen in de cel zijn niet actief.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Alle eigenschappen van een organisme noem je het fenotype. Bij het fenotype horen de zichtbare eigenschappen, zoals de oogkleur. Maar ook de onzichtbare eigenschappen horen erbij, zoals je bloeddruk of de bouw van je organen.
Slide 11 - Slide
Fenotype
Het fenotype komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu
Slide 12 - Slide
Fenotype
-Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu.