5.1 Genotype en fenotype

Nieuw hoofdstuk!

1. Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
2. Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.

- met lessonup
Biologie
- lezen blz 104 en 105
- maken opdr: 1, 2, 3, 5, 6, 7
- extra is 8, 9, 10
Morgen toets hoofdstuk 4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nieuw hoofdstuk!

1. Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
2. Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.

- met lessonup
Biologie
- lezen blz 104 en 105
- maken opdr: 1, 2, 3, 5, 6, 7
- extra is 8, 9, 10
Morgen toets hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Cellen waaruit je lichaam is opgebouwd, heten lichaamscellen

Slide 2 - Slide


  • Al je lichaamscellen zijn ontstaan uit één enkele, bevruchte eicel. Door celdeling ontstaan nieuwe cellen uit de bevruchte eicel.
  • DNA gekopieerd --> Celdeling 
  • Elke dochtercel: 46 chromosomen. 
  • Elke cel bevat dezelfde genetische informatie.
  •  Deze informatie erf je van je ouders (de helft van je moeder, de helft van je vader).

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Genotype
- Chromosomen bevatten informatie over duizenden eigenschappen
- Voor elke eigenschap zijn een paar stukjes DNA nodig
- Een gen bestaat uit stukjes DNA die samen info voor 1 eigenschap bevatten

Slide 6 - Slide

Voor elke eigenschap zijn meerdere stukjes DNA nodig. Die stukjes DNA vormen samen een gen.

Slide 7 - Slide

Eigenschappen erf je (genotype)

Slide 8 - Slide

- 46 chromosomen in 1 celkern bevatten samen alle genen, dus info over al je erfelijke eigenschappen
- Deze complete informatie noem je: GENOTYPE

Slide 9 - Slide


Ezelsbruggetje:

genotype; bevat woord gen, dus DNA

Slide 10 - Slide

Elke cel bevat alle erfelijke en dus genetische informatie.
Een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft. De andere genen in de cel zijn niet actief.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Fenotype is hoe je eruit ziet bepaald door het genotype, maar ook invloeden uit het milieu of je omgeving.

Slide 13 - Slide

Alle eigenschappen van een organisme noem je het fenotype. Bij het fenotype horen de zichtbare eigenschappen, zoals de oogkleur. Maar ook de onzichtbare eigenschappen horen erbij, zoals je bloeddruk of de bouw van je organen.

Slide 14 - Slide

Fenotype
Het fenotype komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu

Slide 15 - Slide

Fenotype
-Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu.

Slide 16 - Slide

Aan de slag:
- lezen blz 104 en 105
- maken opdr: 1, 2, 3, 5, 6, 7
- extra is 8, 9, 10

Slide 17 - Slide