oefentoetsje thema 3

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Een kruidachtige plant blijft stevig door:

1. skelet
2. houtcellen
3. volle vacuole
4. spieren

Wat is de functie van de bladgroenkorrels?

1. Ze zorgen voor stevigheid
2. Ze maken energie
3. Ze bewaren DNA
4. Er kan water in.

Wat is de plantencel?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is een celwand?

1. Dat is een stevig laagje om een dierlijke cel
2. Dat is een stevig laagje om een plantaardige cel
3. Dat is een stevig laagje om de menselijke cel
4. Dat is een stevig laagje om de plant./dierl. cel

Wat kunnen cellen doen doordat zij bladgroenkorrels hebben? (wat doen bladgroenkorrels dus?)

1. Bewegen
2. Fotosynthese
3. Stoffen verbranden
4. Voortplanten

tot de stam van de gewervelden behoren de volgende 5 klassen

1. vissen, katachtigen, amfibieën, vogels, zoogdieren
2. vissen, krokodillen, amfibieën, vogels, zoogdieren
3. vissen, zoogdieren, amfibieën, reptielen, vogels
4. vissen, eencelligen, zoogdieren, reptielen en vogels

Wat betekend het begrip 'tweezijdig symmetrisch'?

1. drie of meerdere kanten hetzelfde
2. alle kanten ongelijk
3. twee kanten hetzelfde
4. a-symmetrisch

Insecten, kreeftachtige, spinachtige en veelpotige zijn allemaal

1. Ongewervelde dieren
2. Geleedpotige dieren
3. Zoogdieren
4. Amfibieën

Inwendig skelet
Wat is waar?

1. 1. stevige delen in het lichaam 2. bieden stevigheid en bescherming
2. 1. stevige delen buiten het lichaam 2. bieden soepelheid
3. 1. soepele delen in het lichaam 2. bieden soepelheid en bescherming
4. 1. losse onderdelen in het lichaam 2. bieden bescherming

Wat is een kenmerk van gewervelde dieren?

1. ze hebben allemaal dezelfde kleur
2. ze hebben allemaal evenveel poten
3. ze hebben een wervelkolom
4. ze hebben allemaal dezelfde vacht

Een dierlijke cel heeft:

1. wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
2. wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
3. GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
4. GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Wat is het cytoplasma van een cel?

1. afval van de cel
2. de stroperige vloeistof binnen de cel
3. de stroperige vloeistof rond de cel
4. de laag om de cel

Uitwendig skelet
Wat is waar?

1. 1. Stevige delen aan de buitenkant van het lichaam 2. Biedt stevigheid en bescherming
2. 1. Stevige delen aan de binnenkant van het lichaam 2. Biedt stevigheid en bescherming
3. 1. Stevige delen aan de buitenkant van het lichaam 2. Biedt soepelheid
4. 1. losse onderdelen in het lichaam 2. biedt bescherming

Welke stam van de gewervelden is levendbarend?

1. Vogels
2. Zoogdieren
3. Reptielen
4. Vissen

Wat is determineren?

1. Het ordenen van soorten met behulp van afbeeldingen.
2. Het op naam brengen van soorten met behulp van afbeeldingen.
3. Het op naam brengen van soorten met behulp van kenmerken.
4. Het ordenen van soorten met behulp van kenmerken

Welke functie heeft het celmembraan?

1. Regelt alles wat er in de cel gebeurt
2. Regelt de opname en afgifte van stoffen
3. Geeft de cel stevigheid

In veel cellen zit een celkern, de functie van deze celkern is:

1. zorgen voor stevigheid
2. zorgen voor fotosynthese
3. regelen van alles wat er in de cel gebeurt
4. zorgen voor transport