De kolonisatie van Midden- en Zuid-Amerika zorgde voor Afro-Iberische muziek. In de muziek zijn zeer Afrikaanse trekken te horen en ook mengelingen van Europese (Spaanse) stijlen met Afrikaanse. Op deze manier zijn in Zuid-Amerika de Mexicaanse Corrido en de Caribische Calypso ontstaan.
De muziek kan verdeeld worden in cultusmuziek (religies zoals candomblé, santería, voodoo en winti) en de populaire zang en instrumentale muziek (de rumba, samba e.d.).
Tot-slaaf-gemaakten introduceerden nieuwe muziekinstrumenten.
Er is verschil in tempo en de uitvoeringswijze, maar veel muziek van de zwarte Midden- en Zuid-Amerikaan heeft een ritmisch grondpatroon. Dit zien we o.a. bij de Rumba, danza, son, meringue, beguine en de samba.