Indexcijfers

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Indexcijfers

In de economie gebruiken we vaak indexcijfers; bijvoorbeeld om inzicht te geven in de prijsstijgingen en om de interne waarde uit te drukken.

Indexcijfers kun je berekenen met de volgende formule:

Indexcijfer = waarde / waarde basisjaar x 100

Voorbeeld 1

Voorbeeld 1

Voorbeeld 2

Voorbeeld 2

Voorbeeld 3

Voorbeeld 3

Voorbeeld 4

Met hoeveel zijn de prijzen gestegen 

in 2019 (ten opzichte van 2018)?

Met hoeveel zijn de prijzen gestegen 

in 2020 (ten opzichte van 2019)? 

Met hoeveel zijn de prijzen gestegen 

in 2018 (ten opzichte van 2017)?

Voorbeeld 4

Prijsstijging in 2019 (t.o.v. 2018): 2%.

Prijsstijging in 2020 (t.o.v. 2019): 

(104 – 102) / 102 x 100% = 1,96%

Prijsstijging in 2018 (t.o.v. 2017):

(100 – 98) / 98 x 100% = 2,04%

Interne waarde (met indexcijfers)

Door een prijsstijging daalt de interne waarde van de euro; d.w.z. de koopkracht van een euro daalt. Je kunt de waardedaling berekenen m.b.v. indexcijfers:

Waardedaling in indexcijfers = 

(100 / indexcijfer prijsniveau) x 100

Voorbeeld 5

Met hoeveel is de interne waarde veranderd in 2018 (ten opzichte van 2017)?

Met hoeveel is de interne waarde veranderd in 2020 (ten opzichte van 2019)?

In 2018 is de interne waarde veranderd (t.o.v. 2017) met:

98,04 - 100 = - 1,96%

In 2020 is de interne waarde veranderd (t.o.v. 2019) met:

(95,23 – 97,09) / 97,09 x 100% = -1,9%

Oefensommen bij indexcijfers: vraag 1 

Stel dat van een land de prijsstijgingen gegeven zijn van een bepaald goed (alle stijgingen zijn ten opzichte van het jaar ervoor):

Hoeveel kost dit product in 2018, 2019 en 2020?

Oefensommen bij indexcijfers: vraag 2 

Stel dat van een land de prijsstijgingen gegeven zijn 

(alle stijgingen zijn 

ten opzichte van 

het jaar ervoor):

Bereken de indexcijfers. 2017 is het basisjaar.

Oefensommen bij indexcijfers: vraag 3

Gegeven zijn de volgende indexcijfers 

m.b.t. het gemiddeld prijsniveau 

in een land:

a) Met hoeveel zijn de prijzen gestegen in 

2018 (ten opzichte van 2017)?

b) Met hoeveel zijn de prijzen gestegen in 2019?

c) Met hoeveel zijn de prijzen gestegen in 2020?

Oefensommen bij indexcijfers: vraag 4 

a) Vul de laatste 

kolom in.

b) Met hoeveel is 

de interne waarde 

veranderd in 2019 

(t.o.v. 2018)?

c) Met hoeveel is de interne waarde veranderd in 2020?

Antwoorden: vraag 1

Antwoorden: vraag 2

Antwoorden: vraag 3

a) Prijsstijging 2018 (ten opzichte van 2017):

(100 – 97) / 97 x 100% = 3,09%

b) Prijsstijging 2019 (ten opzichte van 2018): 

3%

c) Prijsstijging 2020 (ten opzichte van 2019): 

(105 – 103) / 103 x 100% = 1,94%

Antwoorden: vraag 4

a)

b) Interne waarde is in 2019 (t.o.v 2018) veranderd met:

96,15 - 100 = - 3,85%

c) Interne waarde is in 2020 (t.o.v. 2019) veranderd met:

(94,34 – 96,15) / 96,15 x 100% = -1,88%