1/10, fictie III

Nederlands
planning:

1. lezen voor de lijst
2. huiswerk bespreken
3. theorie fictie
4. aan de slag
5. afsluiting

timer
15:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Nederlands
planning:

1. lezen voor de lijst
2. huiswerk bespreken
3. theorie fictie
4. aan de slag
5. afsluiting

timer
15:00

Slide 1 - Slide

leerdoelen
1. Je kent de begrippen 'proza', 'poëzie', 'spanning', 'verteltijd' en 'vertelde tijd'.

2. Je kunt de begrippen toepassen op de boeken die je leest voor de boekenlijst.

Slide 2 - Slide

huiswerk:

- literatuuropdracht bij boek I

Slide 3 - Slide

fictie: theorie

Slide 4 - Slide

non-fictie
fictie

non-fictie: informatieve teksten; werkelijkheid

Slide 5 - Slide

proza
Elke vorm van tekst  waar versregels niet belangrijk zijn.






Welk voorbeeld hoort er niet bij?

Slide 6 - Slide

poëzie
proza

Slide 7 - Slide

poëzie
VB: limerick

Slide 8 - Slide

Spanning
Een schrijver kan op veel manieren spanning creëren:

- stoppen op een spannend moment;

- het wisselen van perspectief;

- het veranderen van verhaallijn.


Slide 9 - Slide

opdracht (in tweetallen):
Kijk naar de clip The scientist van Coldplay.

1. Wat is er bijzonder aan de chronologie van deze videoclip?

2. Hoe wordt die spanning opgebouwd?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Vertelde tijd/Verteltijd

Vertelde tijd: 

De tijd die een schrijver beschrijft. Dit kan een dag, een week, een maand, een jaar of zelfs vele jaren zijn.


Verteltijd: 

Het is de tijd die jij nodig hebt om het verhaal (hardop voor) te lezen.

VB: vijf bladzijden (voor)lezen of tien minuten voor een korte film




Slide 12 - Slide

opdracht:
1. In welke tijd speelt dit verhaal zich af?

2. Hoeveel tijd verstrijkt er (wat is de vertelde tijd)? 

3.Hoe zie je de verandering van tijd?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

opdracht:
Kijk naar het volgende filmpje. 

Wat is volgens jou het thema van dit verhaal?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

opdracht:
Kijk naar het onderstaande filmpje. Het is Dr. Jekyll and Mr. Hyde uit 1931. 

Door wiens ogen zie je dit verhaal?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

opdracht:
Waarom gebruikt een schrijver een bepaald perspectief? Is het om de lezer in verwarring te brengen, om de emoties beter voelbaar te maken, om spanning te creëren? Dat moet je je altijd afvragen. Dus niet alleen: welk perspectief, maar ook: 

waarom juist dit perspectief? 

Vraag je dit ook af bij onderstaand filmfragment (uit Kill Bill).

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

A. werken aan opdracht fictie


B. lesboek: fictie D: blz. 146, opdracht 2+3
aan de slag!

Slide 21 - Slide

leerdoelen
1. Je kent de begrippen 'proza', 'poëzie', 'spanning', 'verteltijd' en 'vertelde tijd'.

2. Je kunt de begrippen toepassen op de boeken die je leest voor de boekenlijst.


HW 8/10:: maken opdrachten fictie lesboek: D, blz. 146-149, opdracht 2 t/m 4

Slide 22 - Slide