oefentoets H3 krachten 3M en 3K
1 / 23
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welk effect van een kracht zie je hier het beste?
A
Verandering van vorm van een voorwerp
B
De snelheid vergroten of verkleinen.
C
De richting van een beweging veranderen.
Slide 2 - Quiz
Opdracht :Sleep de soort kracht naar de passende afbeelding.
wrijvingskracht
veerkracht
zwaartekracht
elektrostatische kracht
spierkracht
Slide 3 - Drag question
Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting
Slide 4 - Drag question
Een kogel aan een touw.
Sleep de krachten naar de juiste plek:
Spankracht
Veerkracht
Zwaartekracht
Slide 5 - Drag question
Sarah hangt een zak aardappelen aan een krachtmeter. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.
Kies de juiste symbolen.
De kracht die omhoog is gericht, is de .
De kracht die omlaag is gericht, is de .
Fv
Fn
Fspan
Fz
Slide 6 - Drag question
Symbool voor kracht
Symbool voor massa
Eenheid voor kracht
Eenheid voor gewicht
Eenheid voor massa
m
kg
F
N
N
Slide 7 - Drag question
1
2
3
Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.
Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.
1: grootste kracht.
2: grootste kracht.
3: grootste kracht.
Slide 8 - Drag question
Er staat en schaal fruit op tafel. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.
Kies de juiste symbolen.
De kracht die omhoog is gericht, is de .
De kracht die omlaag is gericht, is de .
Fv
Fn
Fspan
Fz
Slide 9 - Drag question
Teken de kracht van de man op de piano.
Slide 10 - Drag question
Teken de kracht van de zak op de haak
Slide 11 - Drag question
Teken de kracht van de haak op de zak.
Slide 12 - Drag question
Een halfvolle fles heeft een massa van 600 gram.
Bereken de zwaartekracht op de fles.
Bereken de zwaartekracht op de fles.
Slide 13 - Open question
Een persoon heeft een zwaartekracht van 560 Newton. Bereken de massa
Slide 14 - Open question
Welke 2 krachten maken evenwicht bij een zak aardappelen die aan een krachtmeter hangt?
A
normaalkracht
B
veerkracht
C
zwaartekracht
D
spankracht
Slide 15 - Quiz
Welke 2 krachten maken evenwicht bij een kist die aan een touw hangt?
A
normaalkracht
B
veerkracht
C
zwaartekracht
D
spankracht
Slide 16 - Quiz
Welke 2 krachten maken evenwicht bij een fruitschaal die op tafel staat?
A
normaalkracht
B
veerkracht
C
zwaartekracht
D
spankracht
Slide 17 - Quiz
Als krachten evenwicht maken, is de nettokracht
Slide 18 - Open question
Je wil een kracht van 300N tekenen. De krachtenschaal is 1cm = 60N
Hoe lang moet de pijl zijn?
Hoe lang moet de pijl zijn?
A
3 cm
B
4 cm
C
5 cm
D
6 cm
Slide 19 - Quiz
Hoe groot is de zwaartekracht op een paard van 120 kg?
A
12 N
B
12 kg
C
1200 N
D
1200 kg
Slide 20 - Quiz
Je wilt een kracht tekenen van 30 N.
De schaal is 1 cm = 5N
Hoelang wordt de pijl?
De schaal is 1 cm = 5N
Hoelang wordt de pijl?
A
5 cm
B
30 cm
C
150 cm
D
6 cm
Slide 21 - Quiz
Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.
Welke krachtenschaal is het handigst?
Welke krachtenschaal is het handigst?
A
1 cm ≙ 0,1 N
B
1 cm ≙ 1 N
C
1 cm ≙ 10 N
D
1 cm ≙ 100 N
Slide 22 - Quiz
Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resultante kracht als beide krachten in dezelfde richting werken?
Wat is de resultante kracht als beide krachten in dezelfde richting werken?
A
150 N
B
650 N
C
-150 N
D
-650 N
