What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets
Vandaag
Oefentoets
Schrijf voor jezelf op welke vragen je fout hebt. Daar moet je extra aandacht aan besteden tijdens het leren
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vandaag
Oefentoets
Schrijf voor jezelf op welke vragen je fout hebt. Daar moet je extra aandacht aan besteden tijdens het leren
Slide 1 - Slide
Wat is het 'beslechten' van een meningsverschil?
A
Het meningsverschil wordt alleen maar erger
B
Het meningsverschil wordt opgelost
C
Een van de partijen krijgt gelijk. Niet iedereen is het eens
D
Het meningsverschil wordt op een later moment opgelost
Slide 2 - Quiz
Wat is een tegenargument?
A
Gaat tegen het argument van de tegenpartij in
B
Gaat tegen het standpunt van de tegenpartij in
C
Het is een drogreden
D
Het ondersteunt een ander argument
Slide 3 - Quiz
"Je hoort je aan de spelregels te houden." Wat voor een soort argument is dit?
A
Feitelijk
B
Waarderend
C
Kan allebei
D
Geen van beide
Slide 4 - Quiz
Stelling: "Den Haag is de mooiste stad van Nederland." Onderbouw de stelling met twee onafhankelijk nevenschikkende argumenten
Slide 5 - Open question
Als je de vorm "als... dan..." hebt, heb je te maken met een...............
A
Onderschikkend argument
B
Nevenschikkend afhankelijk argument
C
Feitelijk argument
D
Verzwegen argument
Slide 6 - Quiz
Wat is het verzwegen argument in: "Pietje is de slimste leerling van de klas want hij had een 10 voor wiskunde"
Slide 7 - Open question
Wat kan je tegen het verzwegen argument (vorige dia) inbrengen?
Slide 8 - Open question
"Ik hoop niet dat de scholen dicht blijven want ik verveel mij thuis" is een voorbeeld van argumentatie op basis van............
A
kenmerk
B
vergelijking
C
causaliteit
Slide 9 - Quiz
Noteer 5 drogredenen
Slide 10 - Open question
Geef een voorbeeld van de drogreden 'persoonlijke aanval'
Slide 11 - Open question
Je hebt twee ware premissen. Heb je dan automatisch een ware conclusie?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Hoe zou je de modus ponens kunnen vertalen?
A
Als P, dan Q. P is het geval, dus Q is het geval
B
Als P, dan Q. P is niet het geval, dus Q is niet het geval
C
Als P, dan Q. P is het geval dus Q is niet het geval
D
Als P, dan Q. P is niet het geval dus Q is wel het geval
Slide 13 - Quiz
Aan welk woord kun je de modus tollens herkennen?
Slide 14 - Open question
Verzin zelf een toetsvraag
Slide 15 - Open question
Bedankt!
Vragen?
Succes met de toets!
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Herhaling argumentatie geheel
January 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Logica
January 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Logica - 1. Modus ponens en Modus tollens
August 2021
- Lesson with
33 slides
Filosofie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
argumentatie beoordelen / logica
February 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
Formatieve check Logica en retorica
January 2021
- Lesson with
25 slides
Filosofie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5V Logica
February 2024
- Lesson with
26 slides
Filosofie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
redeneringen en foutieve argumenten
February 2022
- Lesson with
11 slides
Filosofie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Communicatie - Argumentatieleer - les 3
November 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4