This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Telwoorden
Nederlands
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van deze les weet/kun je:
het verschil herkennen tussen hoofdtelwoorden en rangtelwoorden;
het verschil herkennen tussen bepaalde en onbepaalde telwoorden;
telwoorden voluit schrijven.
Slide 2 - Slide
Opdracht
In deze opdracht staan de telwoorden centraal.
In de onderbouw heb je al over telwoorden geleerd.
Bekijk de video om je geheugen nog even op te frissen.
Wat is het verschil tussen bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden?
Slide 3 - Slide
Filmpje
Slide 4 - Slide
Goed opgelet?
Wat is het onbepaalde hoofdtelwoord?
En wat het bepaalde hoofdtelwoord?
Slide 5 - Slide
Stappen plan 1
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem 'Telwoorden' en maak de combinatieoefening.
Stap 2 Maak de drie oefeningen over telwoorden.
Stap 3 Schrijf tien zinnen over gezondheid met in elke zin een telwoord. Laat je klasgenoot de telwoorden onderstrepen. Jij benoemt ook de telwoorden in de zinnen van je klasgenoot. Vergelijk samen jullie zinnen.
Slide 6 - Slide
Stappen plan 2
Afronding
Samenvattend Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Bekijk een video. Noteer alle bepaalde hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. Vergelijk je lijstje met dat van een klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.
Slide 7 - Slide
Bepaald of onbepaald
Er komen een aantal zinnen waarin telwoorden zitten.
Geef aan welk soort telwoord het dikgedrukte woord is.
Slide 8 - Slide
Goed opgelet?
Hierna komen een aantal vragen die je moet beantwoorden.
Slide 9 - Slide
Goed opgelet?
Hierna komen een aantal vragen die je moet beantwoorden.