MODTH M5 les mimische spieren deel 2

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Introduction

Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.

Instructions

De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.

Les 5 

MIMISCHE SPIEREN deel 2

Module 5 Gezichtsmassage 

Vandaag

Herhalen

Nieuwe lesstof: 
Mimische spieren neus, mond, hals

Wat hoort bij elkaar?

meerhoofdige spier 

meerbuikige spier 

meerpezige spier 

meerdere oorsprongplekken

meerdere aanhechtingsplaatsen

meerdere peesstroken

Hoe noem je de oorsprong van een spier?

1. Origo
2. Insertio
3. Contractie
4. Innervatie

Welke spier is het sterkst?

1. Skeletspier
2. Mimische spier

Mimische spieren hechten zich aan aan het bot

1. Juist
2. Onjuist

Welke spier geeft een dwarse plooi op de neusrug?

1. slanke neusspier
2. wenkbrauwrimpelaar
3. neusspier
4. voorhoofdspier

Spierwerking

Spierwerking

• Spiercellen kunnen samentrekken (spiercontractie).
• De contractie ontstaat door een zenuw die een prikkel aan de spier afgeeft (spierinnervatie).
• De zenuw zit vast aan de spier met een motorisch eindplaatje.
• Samentrekking geeft spierspanning (spiertonus).

Spierbeweging

Begrippen

Agonist: de spier die  de beweging uitvoert.

Synergist: ondersteunt de agonistspier bij de beweging.

Antagonist: de spier die een tegengestelde beweging maakt. 

Voorbeeld

De lachspier is de agonist.

Er zijn andere spieren zoals de jukbeenspieren die hierbij meehelpen; de synergisten.

De onderlipomlaagtrekker is de antagonist: deze heeft een tegengestelde werking.

Wat betekent spiercontractie?

1. Het verlengen van een spier
2. Het samentrekken van een spier
3. Het bewegen van een spier
4. Het ontspannen van een spier

B

Je beweegt doordat spieren samentrekken. Als spieren samentrekken, spreek je van spiercontractie.

Wat is spierinnervatie?

1. Het bewegen van een spier
2. Het samentrekken van een spier
3. Het overbrengen van een prikkel van een zenuw naar een spier
4. De ontspanning van een spier

Wat hoort bij elkaar?

spierinnervatie

spiercontractie

spiertonus

zenuwprikkel aan de spier

basisspanning van de spier

samentrekking van de spier

Wat betekent synergist?

1. spanning van de spier
2. samenwerkende spier
3. tegenwerkende spier
4. beweging van de spier

Hoe heten spieren die bewegen in een andere richting?

1. antagonisten
2. synergisten

Spieren deel 2

- Bovenlip- en neusvleugelheffer

- Bovenlipheffer

- Mondhoekheffer

- Trompetspier

- Mondkringspier

- Lachspier

- Mondhoekomlaagtrekker

- Onderlipomlaagtrekker

- Kinspier

Bovenlip- en neusvleugelheffer

O: Neusooghoek

A: Neusvleugels en bovenlip

W: Trekt de neusvleugels en bovenlip omhoog

Musculus Levator labii superiosis (op de foto groen)

Bovenlipheffer

O: Oogkasrand

A: Bovenlip

W: Trekt bovenlip omhoog

Verdiept de neuslippenplooi

Musculus levator labii superiosis

Verslapping rond de aanhechtingsplaatsen -> verdieping neuslippenplooi

Mondhoekheffer

O: Bovenkaak

A: Mondhoek

W: Trekt mondhoek naar boven

Musculus levator anguli oris

A: aan de huid van de mondhoeken

Trompetspier

O: Bovenkaak en onderkaak

A: Mondhoek

W: Trekt wanghuid tegen de kiezen, mondhoeken opzij.

 Veroorzaakt hangwangen.

Musculus depressor labii interioris

Is ook een gedeeltelijke voortzetting van de brede halsspier

Mondkringspier

O: mondhoek

A: huid rondom de mond

W: Spitst, opent en sluit de mond

Verticale rimpels rond mond

Musculus Risorius

O: bij mondholte aan de bindweefselvliezen van de oorspeekselklier (die in het wanggedeelte van de mondhoek liggen)

W: Trekt mondhoek opzij tot een speet. Kuiltje in de wangen doordat de spier vergroeid is met de wanghuid.

O: bij mondholte aan de bindweefselvliezen van de oorspeekselklier (die in het wanggedeelte van de mondhoek liggen)

W: Trekt mondhoek opzij tot een speet. Kuiltje in de wangen doordat de spier vergroeid is met de wanghuid.

Lachspier

O: wanggedeelte mondholte

A: Mondhoek

W: Trekt mondhoek opzij

Kuiltje in wangen

Musculus Risorius

O: bij mondholte aan de bindweefselvliezen van de oorspeekselklier (die in het wanggedeelte van de mondhoek liggen)

W: Trekt mondhoek opzij tot een speet. Kuiltje in de wangen doordat de spier vergroeid is met de wanghuid.

O: bij mondholte aan de bindweefselvliezen van de oorspeekselklier (die in het wanggedeelte van de mondhoek liggen)

W: Trekt mondhoek opzij tot een speet. Kuiltje in de wangen doordat de spier vergroeid is met de wanghuid.

Mondhoekomlaagtrekker

O: Onderkaakrand

A:  Mondhoek en bovenlip

W: Trekt mondhoek naar beneden

Mondhoeken kunnen gaan hangen.

Musculus depressor anguli oris

Is een gedeeltelijke voortzetting van de brede halsspier 

Onderlipomlaagtrekker

O: Onderkaak

A: Onderlip en mondhoek

W: Trekt onderlip en

 mondhoek omlaag

Musculus depressor labii interioris

Is ook een gedeeltelijke voortzetting van de brede halsspier

Kinspier

O: Onderkaak onder snijtanden

A: Huid van kin

W: Trekt kinhuid omhoog, pruillip

Kuiltje in kin

Opdracht

Maak de Word opdracht

 

Gezichtspieren deel 2

 

Spieren deel 3

- Brede halsspier

- Wangkauwspier

- Slaapkauwspier

- Borstbeen-sleutelbeen-tepelspier

- Tweebuikige onderkaakspier

Brede halsspier

O: Sleutelbeen, ribben en schoudertop

A: Kaakrand en wangen

W: Trekt halshuid omhoog en mondhoeken omlaag

Horizontale rimpels in hals

Platysma

Skeletspieren van het gezicht

Vast aan het bot.

Deze spieren moeten goed vastzitten, omdat je bijvoorbeeld voor het kauwen veel spierkracht nodig hebt.

Wangkauwspier

O: Jukboog

A: Onderkaak bij de kaakhoek

W: Heft onderkaak en kaaksluiter

Synergist van slaapkauwspier

Musculus Masseter

Slaapkauwspier

O: Slaapbeen

A: Onderkaak

W: Heft onderkaak en kaaksluiter

Synergist van wangkauwspier

Musculus temporalis

Waaiervorminge spier

Tweebuikige onderkaakspier

O: Slaapbeen

A: Onderkaak

W: Opent onderkaak

Antagonist: slaapkauwspier en wangkauwspier, kaakopener

Musculus diagstricus

Borstbeen – sleutelbeen - tepelspier

O: Borstbeen en sleutelbeen

A: Slaapbeen

W:

- Hoofd naar voren en opzij

- Hulpspier inademing

Musculus sternocleidomastoideus

Twee hoofdige spier, 2 oorsprongplaatsen (borstebeen en sleutelbeen)

Welke spier opent de kaak?

1. Slaapkauwspier
2. Wangkauwspier
3. Tweebuikige kaakspier
4. Kinspier

Welke spier is de synergist van de wangkauwspier?

1. Borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
2. Tweebuikige kaakspier
3. Brede halsspier
4. Slaapkauwspier

Hier zie je:

1. wangkauwspier
2. brede halsspier
3. tweebuikige kaakspier
4. slaapkauwspier

Gezamenlijk herhalen schema

https://sketchfab.com/3d-models/colourcoded-head-muscle-chart-8c1bcc3685cd40b3bd6b42e0445522a5

Welk cijfer geef je jezelf voor deze les?

5

7

6

9

8