THEO Les: Mimische spieren deel 3

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Introduction

Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.

Instructions

De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.

MIMISCHE SPIEREN 

Algemene theorie gezicht

Leerdoelen

Je weet hoe de spieren anatomisch gelegen zijn van onderlip, kin en hals.

Je hebt kennis van spieren die een rol spelen in de beweging kauw -, hoofdbeweging en als hulpspier voor inademing. 

Welke spier veroorzaakt verticale rimpels rondom de mond?

1. Trompetspier
2. Mondhoekheffer
3. Mondkringspier
4. Lachspier

Welke taak heeft de mondkringspier?

1. Trekt de mondhoeken naar opzij
2. Spitst de mond en sluit de mond

Verslapping van welke spier kan de neuslippenplooi dieper maken?

1. Bovenlipheffer
2. neusspier
3. slanke neusspier

Welke spier kan een dwarse plooi op de neuswortel geven?

1. Neusspier
2. Bovenlipheffer
3. Slanke neusspier

Welke spier zorgt voor het ontstaan van een kuiltje in de wangen?

1. Trompetspier
2. Lachspier
3. Grote jukbeenspier

Welke spier verslapt waardoor hangwangen ontstaan?

1. Lachspier
2. Trompetspier
3. Grote jukbeenspier

Welke spier veroorzaakt door verslapping, rimpels rondom de ogen

1. Kringspier
2. Wenkbrauwrimpelaar
3. Voorhoofdsspier

Spieren deel 3

Mimische spieren:

• onderlipomlaagtrekker
• mondhoekomlaagtrekker
• kinspier
• brede halsspier

Skeletspieren:

• wangkauwspier
• slaapkauwspier
• 2-buikige onderkaakspier
• borstbeen-sleutelbeen-tepelspier 

Onderlipomlaagtrekker

O = onderkaak

A = aan de huid van onderlip en mondhoek

W = trekt onderlip en

 mondhoek omlaag

Deze spier is een voortzetting van de brede halsspier

Is ook een gedeeltelijke voortzetting van de brede halsspier

Mondhoek

omlaagtrekker

O = middendeel onderkaakrand

A = aan mondhoek en buitenste deel bovenlip

W = mondhoek omlaag trekken 

Veroorzaakt bij verslapping dat de mondhoek gaat hangen.

Deze spier is een voortzetting van de brede halsspier

Kinspier

O = onderkaak 

A = aan de huid van de kin

W = trekt kinhuid omhoog tot een pruillip

Door vergroeiing van de linker- en rechterkinspier ontstaat er een kuiltje in de kin

Brede halsspier

O: Sleutelbeen, ribben en schoudertop

A: Kaakrand en wangen

W: Trekt halshuid omhoog en mondhoeken omlaag

Verslapping van de brede halsspier veroorzaakt horizontale halsrimpels

Platysma

Skeletspieren van het gezicht

Vast aan het bot, zowel de oorsprong als de aanhechting.

Deze spieren moeten goed vastzitten, omdat je bijvoorbeeld voor het kauwen veel spierkracht nodig hebt.

Wangkauwspier

O: Jukboog

A: Onderkaak bij de kaakhoek

W: Heft onderkaak en kaaksluiter

Werkt samen met slaapkauwspier

Musculus Masseter

Slaapkauwspier

O: Slaapbeen

A: Onderkaak

W: Heft onderkaak en kaaksluiter

Werkt samen met wangkauwspier

Musculus temporalis

Waaiervorminge spier

Tweebuikige onderkaakspier

O: Slaapbeen

A: Onderkaak

W: Opent onderkaak

Werkt tegenovergesteld van de slaapkauwspier en wangkauwspier, is kaakopener

Musculus diagstricus

Borstbeen – sleutelbeen - tepelspier

O: Borstbeen en sleutelbeen

A: Slaapbeen

W:

- Hoofd naar voren en opzij

- Hulpspier inademing

Is skeletspier

Musculus sternocleidomastoideus

Twee hoofdige spier, 2 oorsprongplaatsen (borstebeen en sleutelbeen)

Welke spier opent de kaak?

1. Slaapkauwspier
2. Wangkauwspier
3. Tweebuikige kaakspier
4. Kinspier

Welke spier werkt samen met de wangkauwspier?

1. Borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
2. Tweebuikige kaakspier
3. Brede halsspier
4. Slaapkauwspier

Hier zie je:

1. wangkauwspier
2. brede halsspier
3. tweebuikige kaakspier
4. slaapkauwspier

Welk van onderstaande spieren behoort tot de skeletspieren?

1. wangkauwspier
2. mondkringspier
3. brede halsspier

Welk cijfer geef je jezelf voor deze les?

5

7

6

9

8