D-toets
1 / 19
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is de eenheid van spanning
A
Watt
B
Ampere
C
Volt
D
Joule
Slide 2 - Quiz
Een isolator zorgt ervoor dat de stroomkring
A
Verbonden is
B
Verbroken is
Slide 3 - Quiz
In een stroomkring gaat de stroom van .....
A
Onder naar boven
B
Positief naar negatief
C
Links naar rechts
D
Min naar Plus
Slide 4 - Quiz
Welke stof is een geleider?
A
Plastic
B
Rubber
C
Ijzer
D
Glas
Slide 5 - Quiz
1,6A = ....mA
A
1600mA
B
16000000mA
C
0.016mA
D
0
Slide 6 - Quiz
Wat geeft de spanningsmeter aan?
A
13 Volt
B
2,6 Volt
C
26 Volt
D
Wat?
Slide 7 - Quiz
P staat voor Power. Maar wat is de eenheid?
A
Watt
B
Volt
C
Joule per seconde
D
kWh
Slide 8 - Quiz
Een apparaat heeft een spanning van 12V en een stroomsterkte van 4A. Wat is het vermogen?
A
3 Watt
B
48 Watt
C
8 Watt
D
16 Watt
Slide 9 - Quiz
Noah steekt met zijn vork in het stopcontact. Hoeveel spanning gaat er door zijn lichaam?
A
12 Volt
B
230 Volt
C
Geen, want een vork geleidt niet
D
10.000 Volt
Slide 10 - Quiz
Een stroommeter schakel ik in .... met het lampje
A
Serie
B
Overdwars
C
Parallel
D
Er bovenop
Slide 11 - Quiz
Elektrische energie bereken ik met de formule:
A
E = P * aantal minuten
B
E = P : I
C
E = P * aantal seconde
D
E = P * U
Slide 12 - Quiz
Stofzuiger (240W) staat aan voor 5 minuten. Hoeveel E wordt er verbruikt?
A
72000 Joule
B
1200 Joule
C
12 kWh
D
0.12 kWh
Slide 13 - Quiz
Hoe zijn lampje 2 en 3 geschakeld?
A
In serie
B
In parallel
C
Met een schakelaar
D
Niet
Slide 14 - Quiz
Als de lampjes in serie zijn geschakeld en ik draai er 1 lampje uit, dan wordt de spanning over de stroomkring
A
Overal hetzelfde
B
Nul
C
Verdeeld over de andere lampjes
D
230V
Slide 15 - Quiz
Er wordt 10000 Joule verbruikt in 2 minuten. Wat is het vermogen van het apparaat?
A
5000W
B
83,3 W
C
4 kWh
D
20000 Watt
Slide 16 - Quiz
De energierekening is in euro per kWh. Welke tijdseenheid gebruik ik om kWh te berekenen?
A
Seconde
B
Minuten
C
Uren
D
Dagen
Slide 17 - Quiz
Een telefoon met 50W vermogen staat 240 minuten aan. Hoeveel kWh verbruikt hij?
A
200 kWh
B
0,2 kWh
C
5 kWh
D
500 kWh
Slide 18 - Quiz
Wat ga ik halen voor de toets?
A
Onvoldoende
B
Voldoende
C
Een 10
D
Energiedrink en een zak snoep
