This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom! Kijk op de plattegrond waar je zit :)
MATS
KARINA
LOIS
NATALIA
Welkom!
Kijk op de plattegrond waar je zit!
SAM
LILI
DONYA
MACEY
BIBI
COEN
WOUT
TOMMY
RUBEN
MARINDE
ROOS
DEWI
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Planning les beco 10-04
5 min
Planning / doelen
2 min
Terugblik vorige les
3 min
Begrippen
10 min
Uitleg afschrijven met een vast % van de boekwaarde
- Tabel
- Negative groeifactor
Groep A :
Zelfstandig doornemen stof en maken opgaven oranje / groen
Klaar? Werk nakijken, huiswerkopgaven in SOM.
10 min
Groep B: Zelfstandig maken opgaven oranje.
Groep C: Gezamenlijk maken opgaven blauw.
10 min
Groep B: Oranje klaar? Maken opgaven groen met hulp van Groep A.
Groep C: Zelfstandig maken opgaven oranje.
5 min
Evaluatie en afsluiting
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan ik:
Twee afschrijvingsmethodes benoemen en het verschil tussen de twee methodes uitleggen;
De boekwaarde berekenen na ‘n’ jaar afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde met behulp van een tabel.
De boekwaarde berekenen na ‘n’ jaar afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde met behulp van de formule A x ( 1 - a) ^ n
Slide 4 - Slide
Start uitleg afschrijvingsmethodes
atS
Wat weet je nog van de vorige les ?
Slide 5 - Slide
Wat geldt voor lineair afschrijven?
A
Je schrijft elk hetzelfde percentage van de boekwaarde af
B
Je schrijft elk jaar hetzelfde percentage van de aanschafprijs af
C
Je schrijft elk jaar hetzelfde percentage van de restwaarde af
Slide 6 - Quiz
Wat is de juiste formule voor het berekenen van de jaarlijkse lineaire afschrijving?
A
(A-R) : n
B
(R-A) : n
C
(A-n) : R
D
(R-n) : A
Slide 7 - Quiz
Wat gebeurt er na verloop van tijd met de waarde van een duurzaam productiemiddel (DPM)?
A
De waarde van het DPM blijft gelijk
B
Het DPM wordt minder waard
C
Het DPM wordt meer waard
Slide 8 - Quiz
Wat is waar?
A
Afschrijvingen zijn jaarlijkse kosten van waardevermindering
B
Afschrijvingen zijn jaarlijkse opbrengsten van waardevermindering
C
Waardevermindering zorgt voor winst op het DPM
D
Door waardevermindering is het DPM versleten
Slide 9 - Quiz
Afschrijven op een DPM doe je
A
1 keer
B
5 jaar
C
Zolang het DPM wordt gebruikt
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Start uitleg afschrijvingsmethodes
atS
Begrip van begrippen
Slide 12 - Slide
De ............................ is het bedrag waarvoor je het duurzame productiemiddel hebt gekocht.
Een ander woord voor de kosten van waardevermindering is .................................
De ............................. bereken je zo: de aanschafwaarde min de totale afschrijvingen op dat moment
Wat het duurzame productiemiddel nog opbrengt als je stopt het te gebruiken noemen we de ................................
De ...................................... zegt iets over hoe lang het duurzame productiemiddel meegaat.
Daar hebben we twee soorten van:
De periode tot het duurzame productiemiddel volledig versleten is noemen we ook wel de ...........................................
De periode tot op het moment dat het goedkoper is om een nieuw duurzaam productiemiddel te kopen in plaats van het bestaande te blijven gebruiken. We schrijven over het algemeen af tot deze ............................................ voorbij is.
aanschafwaarde
Afschrijving
Boekwaarde
Restwaarde
Levensduur
Technische levensduur
Economische levensduur
Slide 13 - Drag question
Start uitleg afschrijvingsmethodes
atS
Start uitleg afschrijvingsmethodes
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Een ondernemer koopt een bestelwagen voor € 20.000. Hij schrijft jaarlijks af met 10% van de boekwaarde. Wat is de boekwaarde na 2 jaar?
Slide 20 - Open question
Een ondernemer koopt een bestelwagen voor € 20.000. Hij schrijft jaarlijks af met 10% van de boekwaarde. Wat is de boekwaarde na 2 jaar? Gebruik de formule: A x ( 1 - a )^n
Slide 21 - Open question
Aan de slag!
Slide 22 - Slide
Maak opgave 5.22 op blz. 217 Wat is de afschrijving in jaar 3? Wat is de boekwaarde aan het begin van jaar 6? Gebruik hiervoor de formuleL: A x ( 1 - a )^n en laat je berekening zien.
Slide 23 - Open question
Maak opgave 5.23. Wat is de boekwaarde begin jaar 5? Gebruik hiervoor de formule: A x ( 1 - a )^n Laat je berekening zien.
Slide 24 - Open question
Soms is het percentage waarmee je afschrijft niet bekend.
Onderstaande formule gebruik je om het afschrijvingspercentage teberekenen als je afschrijft met een vast percentage van de boekwaarde.
Je gebruikt hiervoor de restwaarde, de aanschafwaarde en het aantal jaren dat er wordt afgeschreven = n (economische levensduur).
Afschrijvingspercentage berekenen
Slide 25 - Slide
Er wordt een DPM gekocht voor €192.000. Na 3 jaar afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde is het DPM nog € 81.000 waard. Wat is de boekwaarde aan het einde van jaar 2 ?
Slide 26 - Open question
Doelen bereikt?
Slide 27 - Slide
Welke 2 afschrijvingsmethodes ken je?
A
Afschrijven met een vast percentage van de restwaarde
B
Lineair afschrijven
C
Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde
D
Exponentieel afschrijven
Slide 28 - Quiz
Bij afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde is het bedrag dat wordt afgeschreven elk jaar hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
In de formule: A x ( 1 - a )^n is de kleine letter a:
A
Het afschrijvingspercentage
B
De aanschafwaarde
C
Het afschrijvingspercentage : 100
D
De restwaarde : 100
Slide 30 - Quiz
Wat betekent het onderdeel (1-a) in de formule: A x ( 1 - a )^n
A
De negatieve groeifactor
B
De groeifactor
C
De afschrijving
D
De boekwaarde
Slide 31 - Quiz
Als je vermenigvuldigt met een negatieve groeifactor:
A
Wordt het bedrag steeds groter
B
Wordt het bedrag steeds kleiner
Slide 32 - Quiz
Huiswerk
Opgaven §5.4 tot en met 5.25
Extra oefenen? Digiplein!
Lezen blz. 221-224
Volgende les
§5.5 Kosten van arbeid
Arbeidsvoorwaarden
Inkomstenbelasting
Loonberekening
Optioneel:
Neem een loonstrookje mee!
Slide 33 - Slide
Mijn deelname aan deze les heeft mij geholpen om afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde op verschillende manieren te kunnen toepassen. Ik vertrouw erop dat ik in staat ben dit onderwerp zelfstandig af te ronden.