Par 22.2 kosten duurzame productiemiddelen

Par 22.2 kosten duurzame productiemiddelen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Par 22.2 kosten duurzame productiemiddelen

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 22 Kostensoorten
22.1 Inkopen
22.2 Kosten van duurzame productiemiddelen
22.3 Personeelskosten, arbeidsuurtarief en factureertarief
22.4 Overige kosten

Slide 2 - Slide

Agenda les 1
  • Uitleg par 22.2 kosten van duurzame productiemiddelen
  • Opgave maken en bespreken
  • Zelf aan de slag
  • Huiswerk 

Slide 3 - Slide

De aanschafprijs van een DPM bestaat uit:
  • aanschafprijs zelf
  • bijkomende kosten
  • installatiekosten en afleveringskosten

Slide 4 - Slide

Soorten levensduur
Technische levensduur:
De technische levensduur is de periode waarin het productiemiddel de prestaties kan leveren waarvoor het is aangeschaft.


Economische levensduur:
De economische levensduur is de periode waarin het op economische gronden verstandig is het productiemiddel te gebruiken.


Slide 5 - Slide

Afschrijving op DPM
Restwaarde:
De restwaarde is de geschatte verwachte opbrengst van het DPM bij verkoop aan het eind van de levensduur.

Afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs:
De formule om de afschrijving per periode te berekenen bij de afschrijving met een vast percentage van de aanschafprijs:
A= aanschafprijs R= restwaarde
n= economische levensduur



Slide 6 - Slide

Boekwaarde en afschrijving
Boekwaarde: 
  • De waarde waarvoor het DPM op de balans staat.
  • = Balanswaarde

Boekwaarde= aanschafprijs - totaal aan afschrijvingen op die datum

Slide 7 - Slide

Complementaire kosten
Complementaire kosten:
Complementaire kosten zijn alle kosten die samenhangen met het duurzaam productiemiddel op de afschrijvings- en de interestkosten na.

vb onderhoudskosten, reparatiekosten en energiekosten.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld afschrijving

Slide 9 - Slide

Opgave 22.4 maken
Hoe: stil en zelfstandig 1e 2 minuten. Daarna fluisterend overleg tweetallen toegestaan.
Tijdsduur: 5 minuten
Klaar: maak opgave 22.5
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Antwoord 22.4 a

Slide 11 - Slide

Antwoord 22.4 a en b

Slide 12 - Slide

Opgave 22.5 maken
Hoe: stil en zelfstandig 1e 2 minuten. Daarna fluisterend overleg tweetallen toegestaan.
Tijdsduur: 5 minuten
Klaar: maak opgave 22.6
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Antwoord 22.5

Slide 14 - Slide

Opgave 22.6 maken
Hoe: stil en zelfstandig 1e 2 minuten. Daarna fluisterend overleg tweetallen toegestaan.
Tijdsduur: 5 minuten
Klaar: maak opgave 22.7
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Antwoord 22.6 a

Slide 16 - Slide

Antwoord 22.6 b
Soms zijn de installatiekosten in de inkoopprijs berekend, soms worden ze apart vermeld. Deze kosten zijn direct verbonden met de aanschaf van de duurzame productiemiddelen en moeten dan ook gedurende de economische levensduur worden afgeschreven.

Slide 17 - Slide

Opgave 22.7 maken
Hoe: stil en zelfstandig 1e 2 minuten. Daarna fluisterend overleg tweetallen toegestaan.
Tijdsduur: 5 minuten
Klaar: maak opgave 22.8
timer
5:00

Slide 18 - Slide

Antwoord 22.7

Slide 19 - Slide

Zelf aan de slag
  • Maak opgave 22.3 t/m 22.8 af
  • Lees paragraaf 2.2 

Slide 20 - Slide

Huiswerk
  • Maak opgave 22.3 t/m 22.8 af
  • Lees paragraaf 2.2 

Slide 21 - Slide

Antwoord 22.8

Slide 22 - Slide