Hoofdstuk 3 Onderzoeksvragen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. Soorten vragen
2. Criteria voor een goede hoofdvraag
3. Deelvragen
4. Hypothesen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De doelstelling of het doel geeft aan waarom je het onderzoek uitvoert?
timer
0:20
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Welke van onderstaande is geen vereiste van een goede probleemstelling.
A
Geeft aan waar het probleem zich afspeelt
B
Geeft niet aan wat het probleem is
C
Is gericht op één probleem
D
Moet relevant zijn

Slide 6 - Quiz

Er zijn twee soorten onderzoeken
  Kwantitatief                                             Kwalitatief

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

WAT ZIJN DE VERSCHILLEN TUSSEN HET SPELEN OP KUNSTGRAS EN OP ECHT GRAS?
timer
0:30
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Meningsvraag

Slide 9 - Quiz

HOEVEEL HARRY POTTER FILMS ZIJN ER UITGEBRACHT?
timer
0:30
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Meningsvraag

Slide 10 - Quiz

IS HET WAARD OM ZOVEEL GELD TE BESTEDEN AAN DIE NIEUWE SNELWEG?
timer
0:30
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Meningsvraag

Slide 11 - Quiz

De hoofdvraag
1. Het is de centrale onderzoeksvraag van je verslag
2. De hoofdvraag bestaat vaak uit meer dan één deel, bijvoorbeeld een beschrijvend deel gevolgd door een verklarend deel.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Welke onderzoeksvraag is NIET eenduidig?
A
Is straatkunst vandalisme?
B
Hebben dieren ook landen?
C
Kun je tot 1000 meter diep duiken?
D
Als je de waarheid niet kent, kun je dan liegen?

Slide 15 - Quiz

Welke onderzoeksvraag is haalbaar?
A
Is er leven op Mars?
B
Wat zou er anders zijn in je leven als de klok geen 12 maar 10 uur had?
C
Welke rol spelen kleine podia in de loopbaan van musici?
D
Wat is er eigenlijk nodig om over water te kunnen lopen?

Slide 16 - Quiz

Deelvragen
* Zijn subvragen van je hoofdvraag
* Met de deelvragen beantwoord je de hoofdvraag stap voor stap
* Met de deelvragen krijg je een idee hoe je het onderzoek moet aanpakken

Slide 17 - Slide

Kenmerken van deelvragen:
  • De deelvragen zijn minder ingewikkeld dan de hoofdvraag.
  • Je combineert niet twee type onderzoeksvragen met elkaar.
  • Je stelt alleen deelvragen op om je hoofdvraag te beantwoorden.
  • Je stelt altijd één of twee beschrijvende of vergelijkende deelvragen op. 
  • De deelvragen staan vaak in een logische volgorde. Je begint altijd met de beschrijvende en vergelijkende vragen

Slide 18 - Slide

Hoeveel deelvragen? 
Probeer je tussen de 4 à 5 vragen maximaal te beperken!!

Slide 19 - Slide

Voorlopig antwoord         wat je verwacht te vinden in je onderzoek          voordat je het onderzoek uitvoert.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Na het onderzoek wordt de hypothese
1. Aangenomen                Klopt wel
2. Verworpen                          Klopt niet

Slide 22 - Slide

Voorbeeld hypothesen

Slide 23 - Slide

Noem 3 eisen van een goede deelvraag.

Slide 24 - Open question

Wat is het gevolg van het dagelijks gebruik van social media door jongeren? Welke van onderstaande is een goede hypothese?
A
Vermoeidheid
B
Jongeren die dagelijks social media gebruiken, hebben een grotere kans op een depressie.
C
Niets
D
Ze kunnen depressief raken

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Ga naar Teams
Maak opdracht van les 3. 

Succes

Slide 27 - Slide