Gedrag les 3

1 / 22
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stress kan zowel positief als negatief zijn
Correct
Niet correct

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Stress
  • Bij stress komen stresshormonen vrij in je lichaam
  • Adrenaline en cortisol --> helpen om goed te reageren op de stressor
  • Stress hoort bij het normale leven en bij leren
  • Te veel stress is niet goed voor het welzijn: reactievermogen van het lichaam raakt uitgeput

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Stressor is dat wat stress veroorzaakt,
bedenk een stressor voor een hond en kat

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Wat is acute stress?
A
Een gevoel van volledige ontspanning na een stressvolle gebeurtenis.
B
Een chronische aandoening die langdurig aanhoudt.
C
Een reactie op een plotselinge bedreiging of gevaar.
D
Een langdurige reactie op dagelijkse stress.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Acuut - chronisch
  • Acute stress = stress van korte duur --> helpt om te overleven --> Fight/flight response
  • Chronische stress = stress van lange duur

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken chronische stress
  • Voortdurend dreigend gevaar
  • Overbelasting bij te hoge prestatiedruk
  • Verveling
  • Omgevingsfactoren (huisvesting en klimaat)
Gevolg chronische stress
  • Het reactievermogen van het lichaam raakt uitgeput
  • Lichaam past zich niet meer aan, aan de stress
  • Lichamelijke klachten en afwijkend gedrag kan ontstaan

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke chronische
stresssignalen ken je?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Chronische stresssignalen
  • Nervositeit (schrikachtigheid, onrust)
  • Rusteloosheid (niet kunnen ontspannen; overreageren op onbelangrijke signalen)
  • Vaak of langdurig stresssignalen laten zien
  • Passief gedrag
  • Overdreven lichamelijke verzorging; Automutilatie; Allomutilatie
  • Verslechtering van het leervermogen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen afwijkend gedrag en probleem gedrag?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Probleemgedrag
  • Is gedrag dat door een eigenaar als probleem wordt ervaren.
  • Kan heel goed natuurlijk gedrag zijn

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Afwijkend gedrag
  • Niet kunnen uiten van natuurlijk gedrag
  • Het dier moet alle gedragingen kunnen uitvoeren die voortkomen uit een sterke motivatie.
  • Als dit niet kan, neemt de kans op abnormaal gedrag toe, bijv. omgericht gedrag


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afwijkend gedrag
  • Te veel of te weinig prikkels
  • Dier weet niet meer wat hij moet doen bij teveel prikkels --> overprikkeld.
  • Dier dat prikkels niet kan negeren kan afwijkend gedrag laten zien:
       - Pacing: druk heen en weer lopen
       - Urine laten lopen
  • Is geen conflictgedrag!

Bij tekort aan prikkels gaan dieren dingen doen die zinloos lijken
Gedrag is normaal, maar niet in die context


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Conflictgedrag
Overspronggedrag
Ambivalent gedrag
Omgericht gedrag 
Kan prikkels wel verwerken, maar kan niet kiezen uit mogelijke gedragingen
Nutteloos gedrag voor de context
2 gedragingen tegelijk
afreageren op iets anders

Slide 15 - Drag question

Conflictgedrag: kan prikkels wel verwerken, maar kan niet kiezen uit mogelijke gedragingen
Overspronggedrag (nutteloos gedrag voor de context)
Ambivalent gedrag (2 gedragingen tegelijk)
Omgericht gedrag (afreageren op iets anders)

Stereotiep gedrag
  • Lijkt geen duidelijk doel te hebben, wordt steeds herhaald
  • Manier om met stress om te gaan
  • Het maakt endorfine aan, kalmerend en zeer verslavend
  • Gedrag doorbreken is heel moeilijk
  • Kan negatieve uitwerking hebben op dier


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welk stereotiep ken
je bij hond/kat?

Slide 17 - Mind map

Staart jagen
IJsberen
Overmatig likken
Schaduw vangen
Vliegen vangen

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Automutilatie
  • Gedrag waarbij een dier zichzelf beschadigd
  • Katten likken vaak buik kaal en kapot (psychogene alopecia)
  • Honden pootjes knagen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Apathisch gedrag
  • Ontbreken van zichtbare reactie op prikkels
  • Heeft geen belangstelling voor omgeving en is niet te motiveren
  • Te veel chronische stress  niet meer kunnen aanpassen aan stress, angst en conflicten.
  • Is geen bevriezen!
  • Apathisch kan ook medisch zijn

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Learned helplessness
  • Onderzoek 1965, door Martin Seligman
  • Verklaring voor apathisch gedrag

Slide 22 - Slide

This item has no instructions