Je zult zien dat er na indampen een vaste stof achterblijft.
Slide 6 - Slide
6
Bij indampen verdwijnt de vloeistof water.
Ze moet het waterdamp opvangen en laten condenseren: dus ze zal moeten destilleren.
Slide 7 - Slide
7
a. A
b. D
c. A
Slide 8 - Slide
8
Slide 9 - Slide
8
Slide 10 - Slide
9
a. Kookpunt aceton = 56 °C. Kookpunt alcohol = 78 °C. Dus de temperatuur bij destillatie moet liggen op 56 °C.
b. Het destillaat bestaat voornamelijk uit de vloeistof met het laagste kookpunt, dus aceton.
c. De kookpunten van methanol en alcohol liggen zo dicht bij elkaar, dat scheiding door destilleren niet goed lukt.
Slide 11 - Slide
10
Kookpunt water = 100 °C. Kookpunt azijnzuur = 118 °C.
Het destillaat is de vloeistof met het laagste kookpunt, dus voornamelijk water.
Dan blijft voornamelijk azijnzuur, de stof met het hoogste kookpunt, als residu achter
Slide 12 - Slide
12
Indampen
Slide 13 - Slide
Herhaling
Slide 14 - Slide
Scheiding die berust op verschil in dichtheid
Scheiding die berust op verschil in deeltjesgrootte
Scheiden van een suspensie
Bezinken en afschenken
Filtreren
Slide 15 - Slide
Scheiding die berust op verschil inkookpunt
Oplosmiddel zal verdampen
De opgeloste stof zal niet verdampen (kookpunt is veel hoger)
Scheiding die berust op verschil inkookpunt
Destillaat: bestaat voornamelijk uit het bestanddeel met het laagste kookpunt.
Residu: bestaat voornamelijk uit het bestanddeel met het hoogste kookpunt.
Scheiden van een oplossing
Indampen (vaste stof uit oplossing halen)
Destilleren (vloeistof uit oplossing halen)
Slide 16 - Slide
Leerdoelen 3.4 extraheren en adsorberen
Je kunt voorbeelden geven van huishoudelijke toepassingen van extractie.
Je kunt benoemen op welke stofeigenschap extraheren is gebaseerd.
Je kunt beschrijven hoe je een stof ergens uit kunt winnen door middel van verschillende scheidingsmethoden.Je kunt de werking van adsorptiemiddelen beschrijven
Slide 17 - Slide
Scheidingsmethodes
Scheidingsmethode: de manier waarop je mengsels kunt scheiden.
Bezinken + afschenken
Filtreren
Indampen
Extraheren
Destilleren
Adsorberen
Slide 18 - Slide
Extraheren
Slide 19 - Slide
Scheiden van een mengsel van vaste stoffen
Extraheren: scheidingsmethode die berust op verschil in oplosbaarheid van de stoffen in een bepaald oplosmiddel.
Extraheren: letterlijk ‘’ergens iets uit trekken’’.
Het oplosmiddel dat je gebruikt bij de extractie, noem je het extractiemiddel.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Voorbeelden
Slide 22 - Slide
Voorbeelden
Slide 23 - Slide
Scheiding die berust op verschil inoplosbaarheid
Scheiden van mengsel van vaste stoffen
Extraheren
Slide 24 - Slide
Scheiding die berust op verschil inoplosbaarheid
Wordt vaak gevolgd door
Filtreren
Indampen
2 stoffen gescheiden
Scheiden van mengsel van vaste stoffen
Extraheren
Slide 25 - Slide
Adsorberen
Adsorberen is een scheidingsmethode die berust is op een verschil in aanhechtingsvermogen.
Adsorberen wordt gebruikt om een ongewenste stof (geur/kleur) te verwijderen uit een mengsel.
Adsorberen: ‘’hechten aan’’. Aanhechtingsproces noem je adsorptie.
Adsorptiemiddel: hieraan hechten zich opgeloste kleurstoffen en smaakstoffen.
Voorbeeld van adsorptiemiddel: Actieve kool of norit.
Slide 26 - Slide
Adsorberen
Adsorberen is een scheidingsmethode die berust is op een verschil in aanhechtingsvermogen.
Adsorberen wordt gebruikt om een ongewenste stof (geur/kleur) te verwijderen uit een mengsel.
Adsorberen: ‘’hechten aan’’. Aanhechtingsproces noem je adsorptie.
Adsorptiemiddel: hieraan hechten zich opgeloste kleurstoffen en smaakstoffen.
Voorbeeld van adsorptiemiddel: Actieve kool of norit.
Slide 27 - Slide
Scheiding die berust op verschil inaanhechtingsvermogen
Wordt vaak gevolgd door
Filtreren
om adsorptiemiddel (bv. norit/actieve kool) met de aangehechte stof eruit te halen
eruit halen van geur-/kleurstoffen
Adsorberen
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Norit als medicijn tegen diarree en misselijkheid
Slide 32 - Slide
Maken opgave: 1, 3, 5, 7 t/m 11c (11d hoeft dus niet!)
Vanaf blz 173
Slide 33 - Slide
1
eExtractiemiddel
oplosbaarheid
filtreren
Slide 34 - Slide
3
In heet water lossen vaste stoffen sneller op
Slide 35 - Slide
5
a) Deze stoffen blijven in het theezakje achter.
b) Deze stoffen komen als opgeloste stof in het hete water terecht.
c) Eerst ga je extraheren: gedeelte van de stoffen oplossen. Daarna ga je filtreren: dan haal je de niet-opgeloste deeltjes eruit.
Slide 36 - Slide
7
a) C
b) A
Slide 37 - Slide
8
Een groot oppervlak betekent dat er ook veel plaats is om stoffen aan te hechten.
Slide 38 - Slide
9
Na verloop van tijd zit de actieve kool vol met gifstoffen en is het verzadigd. De kool kan dan niet nog meer gas adsorberen.
Slide 39 - Slide
10
a) A
b) A
Slide 40 - Slide
11
a) C
b) B
c) Bij de kleine korrels is de weg naar beneden langer en duurt het dus langer voor de koffie beneden is. Er is meer tijd om de bittere stoffen op te lossen. Dus de koffie is het meest bitter bij kleine korrels.