3.4 Indampen en destilleren + 3.5 Extraheren en adsorberen

3.4 Indampen en destilleren + 3.5 Extraheren en adsorberen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

3.4 Indampen en destilleren + 3.5 Extraheren en adsorberen

Slide 1 - Slide

Programma
-Formatieve check
10 min
-Oefeningen nakijken
10 min
-Indampen en destilleren
15 min
-Extraheren en adsorberen
15 min
-Oefenen
30 min

Slide 2 - Slide

Formatieve check
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:
Checks voor 3.4 Indampen en destilleren + 3.5 Extraheren en adsorberen

De laatste slide sla je voor nu over, deze is voor het einde van de les!

Slide 3 - Slide

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt uitleggen waarom je kiest voor indampen of destilleren.
  • Je kunt bij indampen en destilleren benoemen uit welke stof het residu en het destillaat bestaan.
  • Je kunt de onderdelen van een destillatieopstelling benoemen.
  • Je kunt voorbeelden geven van huishoudelijke toepassingen van extractie.
  • Je kunt benoemen op welke stofeigenschap extraheren is gebaseerd.
  • Je kunt beschrijven hoe je een stof ergens uit kunt winnen door middel van verschillende scheidingsmethoden.
  • Je kunt de werking van adsorptiemiddelen beschrijven.

Slide 5 - Slide

Oplossing scheiden
Een oplossing kan je niet scheiden met filtratie.

Want de stof is zo goed opgelost dat het door het filter heen kan.

Dus is er een andere manier nodig om het te scheiden.

Slide 6 - Slide

Indampen
Scheidingsmethode die gebaseerd is op een verschil in kookpunt.
  • Bedoeld voor oplossingen (helder, kleurloos mengsel), (emulsies kan ook, maar niet vaak)
  • Stof met het laagste kookpunt verdampt weg (vloeistof), de andere stof (vaste stof) blijft.

Voorbeeld:
kookpunt water: 100 graden, verdampt wel
kookpunt zout: 1465 graden, verdampt niet



Slide 7 - Slide

Indampen
Indampen gebruikt voor:
  • Oplossingen.
  • Indampschaaltje.
  • Gebaseerd op verschil in kookpunt.
  • De vloeistof gaat koken.
  • De vaste stof blijft in het indampschaaltje (residu).

Slide 8 - Slide

Indampen heeft 1 groot nadeel. Wat zou dat nadeel kunnen zijn?

Slide 9 - Open question

Destilleren
  • Zelfde als indampen!
  • Maar je vangt de verdampte stof ook op.
  • Dus: gebaseerd op kookpunt
  • Gebruikt voor oplossingen en emulsies.

Slide 10 - Slide

Destilleren
Destilleren dus gebruikt voor:
  • Scheiden van oplossingen en emulsies.
  • Gebaseerd op kookpunt verschil.
  • Stof met laagste kookpunt verdampt als eerst.
  • Residu en destillaat.

Slide 11 - Slide

Hoe heet de vloeistof die gebruikt wordt bij extraheren?
A
Water
B
Oplosmiddel
C
Extractiemiddel
D
Adsorptiemiddel

Slide 12 - Quiz

Op welke stofeigenschap berust indampen en destilleren?
A
Oplosbaarheid
B
Aanhechtingsvermogen
C
Dichtheid
D
Kookpunt

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de stof die terechtkomt in de opvangkolf bij destilleren?
A
Residu
B
Destillaat
C
Extract
D
Water

Slide 14 - Quiz

Extraheren
Scheidingsmethode op basis van oplosbaarheid.

Bij extraheren voeg je een extractiemiddel toe (vloeistof) aan het mengsel.

Mengsel kan bestaan uit zowel vaste stoffen als vloeistoffen.

Slide 15 - Slide

Extraheren
1 stof lost op in het extractiemiddel, het andere niet!

Residu = stof die niet in het extractiemiddel gaat.
Extract = stof die wel in het extractiemiddel gaat.

Slide 16 - Slide

Bedenk een voorbeeld voor extraheren.

Slide 17 - Open question

Voorbeelden extraheren
Het zetten van thee:
  • Theezakje, mengsel van geurstoffen, kleurstoffen, smaakstoffen en vaste stoffen.
  • In warm water (extractiemiddel) worden de geur, kleur en smaakstoffen geëxtraheerd uit het theezakje.

Zout en zand:
  • Zout lost op in water, zand niet.
  • Voeg water toe (extractiemiddel), zout wordt gescheiden van het zand.

Slide 18 - Slide

Adsorberen of absorberen?
Verschil adsorptie en absorptie:
  • Bij absorptie wordt een lege ruimte binnen een stof opgevuld met een andere stof: zichtbaar
  • Bv. Spons die water opneemt

  • Bij adsorptie hecht een stof zich op moleculair niveau aan een adsorptiemiddel:
  • Niet zichtbaar met het oog

Slide 19 - Slide

Adsorberen
Actieve kool/Norit:
  • ruw oppervlak
  • houdt stoffen vast
  • kleur, geur, smaakstoffen en gevaarlijke gassen

Adsorberen: stoffen hechten aan ruw oppervlak van adsorptiemiddel

Gebaseerd op verschil in aanhechtingsvermogen





Slide 20 - Slide

Actieve koolstof
(Norit)
  • Een speciale stof die gebruikt wordt om onzuiverheden op te vangen.
  • Norit wordt gebruikt om zuiver drinkwater te maken.

  • Norit bevat poriën.
  • Deeltjes kunnen vast komen te zitten in die poriën.

Slide 21 - Slide

Hoe heet de vloeistof die gebruikt wordt bij extraheren?
A
Water
B
Oplosmiddel
C
Extractiemiddel
D
Adsorptiemiddel

Slide 22 - Quiz

Hoe heet de stof die gebruikt wordt bij adsorberen?

Slide 23 - Open question

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 3 Paragraaf 4:
5 t/m 12

Hoofdstuk 3 Paragraaf 5:
5 t/m 11

Slide 24 - Slide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 25 - Slide