Voortplanting en zwangerschap

Voortplanting
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voortplanting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen de normale zwangerschap
De student kent en kan toepassen/uitleggen: 
  • 1. De anatomie en fysiologie van de vrouwelijke geslachtsorganen
  • 2. Het ontstaan van een zwangerschap. Van menstruatiecyclus tot bevruchting met de bijbehorende hormonale veranderingen.
  • 3. Hoe een zwangerschap wordt vastgesteld
  • 4. Hoe de uitgerekende datum (A-terme datum) berekend wordt
  • 5. De ontwikkeling van een embryo en foetus tot aan de bevalling
  • 6. Hoe de verschillende termijnen van bevallen genoemd worden in medische taal (veel te vroeg, te vroeg, op tijd en overtijd) met de bijbehorende zwangerschapsweken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Anatomie van de geslachtsorganen
Aan de buitenkant zie je verschillen: de genitalia externa​ of uitwendige geslachtsorganen

Aan de binnenkant zijn er verschillen: de genitalia interna of inwendige geslachtsorganen


 

Slide 4 - Slide

inwendige
geslachtsorganen

Slide 5 - Mind map

Inwendige geslachtsorganen

Slide 6 - Slide

uitwendige
geslachtsorganen

Slide 7 - Mind map

uitwendige geslachtsorganen

Slide 8 - Slide

Wat is de Latijnse naam voor baarmoeder?
A
ovarium
B
vulva
C
uterus
D
cervix

Slide 9 - Quiz

Wat is de latijnse naam voor eistokken?
A
uterus
B
ovaria
C
tuba
D
cervix

Slide 10 - Quiz

baarmoeder
eierstok
Baarmoedermond
Baarmoederhals
eileider
schaamlippen
uterus
tubae
Portio
ovaria
cervix
labia

Slide 11 - Drag question

Leerdoelen de normale zwangerschap
  • De student kent en kan toepassen/uitleggen: 
  • 1. De anatomie en fysiologie van de vrouwelijke geslachtsorganen
  • 2. Het ontstaan van een zwangerschap. Van menstruatiecyclus tot bevruchting met de bijbehorende hormonale veranderingen.
  • 3. Hoe een zwangerschap wordt vastgesteld
  • 4. Hoe de uitgerekende datum (A-terme datum) berekend wordt
  • 5. De ontwikkeling van een embryo en foetus tot aan de bevalling
  • 6. 1Hoe de verschillende termijnen van bevallen genoemd worden in medische taal (veel te vroeg, te vroeg, op tijd en overtijd) met de bijbehorende zwangerschapsweken


Slide 12 - Slide

Geslachtshormonen
Dit zijn stoffen die door kliercellen worden aangemaakt en aan het ​ bloed worden afgegeven.​ 

Belangrijkste vrouwelijke hormonen:​
 oestrogeen en progesteron.​
Belangrijkste mannelijke hormoon:​
 testosteron.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Maak deze vragen
1. Uit welke fasen bestaat de menstruele cyclus?​ 
2. Beschrijf wat er gebeurd in elke fase​
3. Wanneer ben je vruchtbaar als vrouw?​
4. Welke hormonen spelen een rol bij de menstruatie? En wat regelen ze dan?​
5. Welke hormonen spelen een rol bij de vruchtbaarheid van een man?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 17 - Slide

Bevruchting
De rijpe eicel leeft ongeveer 12 dagen na de ​ eisprong. ​ 
Zaadcellen komen in de schede,​  ze overleven ongeveer 24/36 uur​ in het lichaam van de vrouw.​ 
Ze passeren de cervix en bereiken​
de eileider. 
Daar​ kunnen ze een eicel bevruchten.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

verschijnselen zwangerschap

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Leerdoelen de normale bevalling
1. De anatomie en fysiologie van de normale bevalling
2. De verschillende fasen van de normale bevalling met bijbehorende verpleegkundige aandachtspunten
3. Waaruit de verpleegkundige begeleiding, observaties en bewaking bestaat tijdens de ontsluitingsfase, uitdrijvingsfase en nageboortetijdperk
4. Je kunt vertellen welke materialen klaargelegd moeten worden voor de partus (Partusset en aanvullende materialen)

Slide 26 - Slide

Fases van de bevalling
Het baringskanaal: inwendig en uitwendig spildraai 
Ligging van de baby onderzocht door VT
Weeënactiviteit: kenmerken en soorten

Fases van de bevalling
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Post placentaire periode

Slide 27 - Slide

Welk hormoon zorgt ervoor dat de bevalling start?
A
adrenaline
B
oxytocine
C
prolactine
D
fsh

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Waar zal je zorg na de bevalling uit bestaan?

Slide 37 - Open question