This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Bevalling
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen
Vragen over bewijsstukken
Herhaling vorige les (quiz vragen)
Ontwikkeling embryo tot neonaat
Leerdoelen
Casus 2 lezen en vragen maken (in groepjes via teams)
Slide 2 - Slide
Bewijsstukken
1 Opdracht adl maken van een protocol
2 uitwerking/verslag begeleiding van ouders/verzorgers
Het document voor de bewijsstukken 1 en 2 staan in Teams (tegel kind en kraam) onder bestanden
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welk hormoon piekt enorm vlak voor de eisprong?
A
progesteron
B
oestrogeen
C
FSH
D
LH
Slide 5 - Quiz
In de placenta vindt uitwisseling plaats van.... (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Zuurstof & koolstofdioxide
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjtes
D
Voedingsstoffen
Slide 6 - Quiz
Welke twee soorten hormonen maakt de hypofyse?
A
LH (luteïniserend hormoon)
B
FSH (follikelstimulerend hormoon)
C
Oestrogeen
D
Progesteron
Slide 7 - Quiz
Geef een ander woord voor ovaria
A
eileider
B
baarmoeder
C
oestrogeen
D
eierstok
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste volgorde in de embryonale ontwikkeling?
A
zygote -> foetus -> embryo
B
zygote -> embryo -> foetus
C
foetus -> zygote -> embryo
D
Embryo -> zygote -> foetus
Slide 9 - Quiz
Placenta
Slide 10 - Slide
Ontwikkeling van het kind tijdens zwangerschap
Voor bevruchting - eicel
Direct na bevruchting - zygote
Na de eerste celdeling - embryo
8 weken na bevruchting - foetus
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Leerdoelen
De student kan verschillende bevalling locatie benoemen
De student kent de anatomie en fysiologie van de normale bevalling
De student kent verschillende fasen van de normale bevalling met bijbehorende verpleegkundige aandachtspunten
De student kent waaruit de verpleegkundige begeleiding, observaties en bewaking bestaat tijdens de ontsluitingsfase, uitdrijvingsfase en nageboortetijdperk
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Wanner staat de schedel van de foetus
A
alleen tijdens een wee
B
schedel blijft ook in weeën pauze zichtbaar
C
als het hoofdje de vagina passeert
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Welk hormoon zorgt ervoor dat de bevalling start?
A
adrenaline
B
oxytocine
C
prolactine
D
fsh
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Wat zie je hier?
Slide 37 - Slide
Pasgeboren baby
Apgar score (ademhaling, hartslag, spierspanning, huidskleur, prikkelreactie) max 2 punten.
fontanel
hielprik
kraamzorg, wat doen ze?
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Huiswerk
Maak de casus en vragen die in teams staat voor de volgende les en verdiep je in kraamzorg (boek traject v&v)