What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woorden 4.5 - 3 kader
Woorden 4.5 - 3 kader
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woorden 4.5 - 3 kader
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat betekent 'virtueel'?
A
iets wat niet echt is, maar het wel lijkt
B
oplettend, klaar zijn om snel te reageren
Slide 3 - Quiz
Wat is de betekenis van 'aftroeven'?
A
het beter doen dan iemand anders
B
ervoor zorgen dat je iets niet vertrouwt
Slide 4 - Quiz
Wat is de betekenis van de win-winsituatie'?
A
een situatie waar niemand voordeel heeft
B
een situatie waar beide partijen voordeel van hebben
Slide 5 - Quiz
Wat betekent 'alert'?
A
iets wat niet echt is, maar het wel lijkt
B
oplettend, snel reagerend
Slide 6 - Quiz
Wat betekent 'gering'?
A
briljant, extreem intelligent
B
klein, weinig
Slide 7 - Quiz
Wat is de betekenis van 'alarmbellen doen rinkelen'?
A
het beter doen dan iemand anders
B
ervoor zorgen dat je iets niet vertrouwt
Slide 8 - Quiz
Wat betekent 'geniaal'?
A
briljant, extreem intelligent
B
klein, weinig
Slide 9 - Quiz
Wat betekent 'de tactiek'?
A
plan om je doel te bereiken
B
slimme manier om je doel te bereiken
Slide 10 - Quiz
Wat betekent 'ondervinden'?
A
merken, voelen
B
voorbijgaan
Slide 11 - Quiz
Wat betekent 'de strategie'?
A
plan om je doel te bereiken
B
slimme manier om je doel te bereiken
Slide 12 - Quiz
Wat betekent 'passeren'?
A
merken, voelen
B
voorbijgaan
Slide 13 - Quiz
Wat betekent 'ergens in trappen'?
A
het klinkt zo goed dat het waarschijnlijk niet waar is
B
voor de gek gehouden worden, ergens in stinken
Slide 14 - Quiz
Wat betekent 'hoge ogen gooien'?
A
iets goed maken, waar in balans brengen
B
veel kans maken om iets te winnen
Slide 15 - Quiz
Wat betekent 'virtueel'?
A
iets wat niet echt is, maar het wel lijkt
B
oplettend, klaar zijn om snel te reageren
Slide 16 - Quiz
Wat betekent 'het verloop'?
A
de manier waarop iets gaat
B
het verschijnsel dat er mensen weggaan en bij komen
Slide 17 - Quiz
Wat betekent 'compenseren'?
A
iets weer goed maken, terug in balans brengen
B
veel kans maken op iets, opvallen vanwege je talent
Slide 18 - Quiz
Wat betekent 'het attribuut'?
A
voorwerp dat je ergens speciaal voor kunt gebruiken
B
plan om je doel te bereiken
Slide 19 - Quiz
Wat betekent 'de levenservaring'?
A
wijsheid die je tijdens je leven krijgt
B
ervaringen voor later
Slide 20 - Quiz
Wat betekent 'medeplichtig'?
A
iets doen wat niet mag
B
samen met anderen schuldig aan iets dat strafbaar is
Slide 21 - Quiz
Wat betekent 'het lotgeval'?
A
iets ergs
B
belevenis, avontuur
Slide 22 - Quiz
Wat betekent 'gewaarworden'?
A
bespeuren, beginnen te merken
B
herkennen
Slide 23 - Quiz
More lessons like this
Woorden 4.5 - 3 basis
March 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden Talent 4.5
March 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Woorden - H4.5 - les 2
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woorden - H4.5 - les 2
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woorden Talent 4.5
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Woorden - H4.5
August 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H5.5 - les 1
August 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3kader 4.5 Woorden
May 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3