jeudi, le 11 avril

1 / 15

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?

parler

vocabulaire

lire

grammaire

devoirs

Slide 2 - Slide

Objectifs

Ik kan het bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier gebruiken in het Frans.

Ik kan vergelijkingen maken in het Frans.

Ik begrijp korte leesteksten in het Frans als er veel bekende woorden worden gebruikt.

a3a: ik begrijp hoe je het bijwoord gebruikt in het Frans

Slide 3 - Slide

parler

Réponds aux questions en phrases complètes.

Slide 4 - Slide

vocabulaire

A B C D E (F H)

a3a: join.quizizz.com -> 679676

a2a: socrative.com -> A9AF05F4

Slide 5 - Slide

lire (20 min)

www.examens-oefenen.nl

Slide 6 - Slide

devoirs

leren: F+H

maken: opdrachten onder Lire

Slide 7 - Slide

grammaire - a3a

het bijwoord - l'adverbe

Slide 8 - Slide

een bijwoord zegt iets over...

1) een werkwoord : Tu skies bien!

2) een bvnw : Tu es très sympa!

3) een ander bw : Tu parles trop fort!

4) een hele zin : Finalement, tu as fini tes devoirs!

Slide 9 - Slide

vorm van het bijwoord

Je maakt het bijwoord van een bijvoeglijk naamwoord.

1) eindigt het bvnw op een klinker, dan zet je er direct -ment achter:

vrai -> vraiment / poli -> poliment

2) eindigt het bvnw op een medeklinker, maak je het eerst vrouwelijk. Daarna zet je er -ment achter:

direct -> directe -> directement / lent -> lente -> lentement

Slide 10 - Slide

vorm van het bijwoord

Let op:

Eindigt het bvnw op -ent of -ant, dan verandert dit in -emment of -amment :

intelligent -> intelligemment

élégant -> élégamment

Slide 11 - Slide

onregelmatige vormen

bvnw bw

goed : bon -> bien

beter : meilleur -> mieux

slecht: mauvais -> mal

aardig: gentil -> gentiment

lang: long -> longtemps (longuement)

snel: rapide -> vite (rapidement)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide