13.2 - De bloedsomloop en de bloedvaten

H-13 De bloedsomloop en de bloedvaten
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H-13 De bloedsomloop en de bloedvaten

Slide 1 - Slide

Startvragen!
kijken wat je nog weet!

Slide 2 - Slide

Rood afgebeeld bloed is zuurstofarm bloed
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

In het bloed van een slagader zit meer glucose dan in het bloed van een ader.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Vul in:
Het bloed uit de poortader komt vanuit.....
en het bloed is......
A
het spijsverteringskanaal, zuurstofarm
B
lever, zuurstofrijk
C
lever, zuurstofarm
D
het spijsverteringskanaal, zuurstofrijk

Slide 5 - Quiz

Wat is de slagader?
A
de rode buis
B
de blauwe buis
C
de kleine draadjes
D
geen een

Slide 6 - Quiz

Welk percentage van je bloed bestaat uit bloed plasma?
A
30
B
45
C
55
D
75

Slide 7 - Quiz

De wand van een slagader is ...
De bloeddruk in een slagader is ...
A
Dik en Hoog
B
Dik en Laag
C
Dun en Hoog
D
Dun en Laag

Slide 8 - Quiz

Wat voor bloedsomloop hebben mensen?
A
Een enkele
B
Een dubbele
C
Een driedubbele
D
Een gewone

Slide 9 - Quiz

sleep de plekken en bloedsomlopen naar de juiste plek
Kleine bloedsomloop
overige organen
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 10 - Drag question

Bloedsomloop en de bloedvaten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel is een orgaanstelsel: dus meerdere organen die samen werken

Bloedvatenstelsel bestaat uit:
  • Hart
  • Bloedvaten: aders, slagaders en haarvaten

Slide 13 - Slide

Bloedsomloop

Dubbele bloedsomloop:
Per omloop (volledig rondje langs álle organen) gaat het bloed 2x door het hart.

Slide 14 - Slide

Kleine bloedsomloop


Van hart naar longen en terug

Functie:
Zuurstof halen in de longen, CO2 afgeven aan de longen

Slide 15 - Slide

Grote bloedsomloop

Van hart naar overige organen en terug

Functie:
Zuurstof/voedingsstoffen naar de organen brengen, CO2 en afvalstoffen ophalen

Slide 16 - Slide

Begrijp dus dat beide plaatjes ongeveer hetzelfde zijn maar dat het linker plaatje erg versimpeld is!

Slide 17 - Slide

Typen bloedvaten


  1. Aders
  2. Slagaders
  3. Haarvaten

Slide 18 - Slide

Aders
  • Organen --> Hart
  • Lage bloeddruk
  • Dunne wand
  • Kleppen zodat bloed niet terug stroomt

Aders liggen meestal minder diep in het lichaam.

Slide 19 - Slide

Slagaders
  • Hart --> Organen
  • Hoge bloeddruk
  • Dikke, stevige en elastische wand
  • “Slag” voelbaar in o.a. polsen
  • Meestal diep in lichaam

Bloeddruk is de kracht waarmee bloed tegen de wanden van de bloedvaten drukt. 

Slide 20 - Slide

Haarvaten
Wand van een cellaag dik
Door dunne laag kunnen stoffen erdoorheen: 

  • zuurstof
  • voedingsstoffen
  • koolstofdioxide
  • witte bloedcellen
  • afvalstoffen
 

Slide 21 - Slide

Verschil bloeddruk aders en slagaders
Bloeddruk = druk van bloed tegen wand van bloedvat

Slide 22 - Slide

Warmtetransport
Warmte ontstaat bij de verbranding in de cellen
bij veel beweging = verbranding hoger = veel warmte
Bloedvaten in de huid worden wijder
Kleur van de huid wordt roder, warme bloed geeft veel warmte af

Weinig verbranding = bloedvaten nauwer = weinig warmteafgifte door bloed

Slide 23 - Slide

Aders
Slagaders
Richting hart
Wanddikte

Kleppen ja/nee?
Bloeddruk

Naartoe
Van af
Dik
Dun
Ja
Nee
Hoog
Laag

Slide 24 - Drag question

Bij welk bloedvat is de concentratie glucose het laagst?
A
Aders
B
Slagaders
C
Haarvaten
D
Allemaal even hoog

Slide 25 - Quiz

In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? 
Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 26 - Drag question

Poortader
De lever heeft drie bloedvaten:
- de leverslagader (van aorta naar lever)
- De leverader (van de lever naar de holle ader)
- De poortader (van de dunne darm naar de lever

Slide 27 - Slide

De poortader

Slide 28 - Slide

poortader
Er bestaat wel een maagslagader en darmslagader
Maar geen maagader of darmader -> het bloed gaat via de poortader, lever en leverader terug naar het hart.

Slide 29 - Slide

Glucosegehalte bloed
De lever speelt een belangrijke rol bij het constant houden van het glucosegehalte van het bloed (bloedsuikerspiegel).
Als het bloed in de poortader veel glucose bevat wordt het te veel aan glucose in de lever omgezet en opgeslagen in glycogeen. 

Als het glucosegehalte in het bloed te laag dreigt te worden, wordt in de lever glycogeen weer omgezet in glucose > wordt afgegeven aan het bloed in de leverader.

Slide 30 - Slide

De lever heeft 3 grote bloedvaten. Ze zijn hier willekeurig neergezet. Bloedvat 1 bevat meer zuurstof dan bloedvat 2 en 3, bloedvat 2 bevat meer glucose dan bloedvat 1 en 3. Zet de bloedvaten op de juiste plek.
Lever
1
2
3
Leverslagader
Leverader
Poortader

Slide 31 - Drag question

Aan de slag
Opdracht 1 t/m 7
Van de samenvatting afb. 7 op blz. 114 en het schema op blz. 115
Online Test Jezelf 13.1

Slide 32 - Slide