Nieuw Nederlands Hoofdstuk 1 Taalverzorging Spelling: hoofdletters en leestekens

Welkom in de les!
  • Zet je telefoon in de bak en ga op je plaats zitten
  • Je tas mag je op de grond zetten, je boek en tablet blijven in je tas
  • We gaan beginnen met de dagopening
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom in de les!
  • Zet je telefoon in de bak en ga op je plaats zitten
  • Je tas mag je op de grond zetten, je boek en tablet blijven in je tas
  • We gaan beginnen met de dagopening

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

De les van vandaag
  1. Terugkijken: wat weet je nog van werkwoorden en de- en het woorden
  2. Huiswerkcontrôle
  3. Hoofdletters en leestekens, instructie
  4. Aan het werk met de opdrachten over hoofdletters en leestekens
  5. Praktijkopdracht
  6. Evalueren

Slide 3 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 4 - Open question

Hoe kun je een werkwoord herkennen?

Slide 5 - Open question

Waarom moet je eigenlijk weten of een woord een de- of een het-woord is?

Slide 6 - Open question

Hoe kun je (zeker) weten of een woord een de- of een het-woord is?

Slide 7 - Open question

Huiswerkcontrôle

Slide 8 - Slide

Doel van de les
Je leert over hoofdletters en leestekens.
1. Je leert wanneer je hoofdletters moet gebruiken: aan het begin van een zin en bij namen
2. Je leert wanneer je de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken moet gebruiken. Punt: aan het eind van een gewone zin. Vraagteken: na een vraag(zin). Uitroepteken: als je een zin nadruk wilt geven

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.

Slide 10 - Slide

Praktijkopdracht Jaarboekpagina
  • Werk in tweetallen
  • Pak een instructieblad en pak een kladversie jaarboekformulier en een jaarboekformulier wat je uiteindelijk inlevert
  • Lees de instructie samen door. Begrijp je de opdracht? Ga aan het werk
  • Heb je nog vragen? Stel ze aan de docent

Slide 11 - Slide

Schrijf op wanneer je a: een hoofdletter moet gebruiken, b: een punt moet gebruiken, c: een vraagteken moet gebruiken en d: een uitroepteken gebruikt

Slide 12 - Open question

Afsluiting
  • Huiswerk voor maandag 5 oktober: Maken alle opgaven van Taalverzorging Hoofdletters en leestekens (blz. 32 en 33). Leren: theorie Hoofdletters en leestekens (groene balk blz. 32)
  • Bedankt voor de inzet en tot maandag

Slide 13 - Slide