Aliments (en) français

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video


Noem een fruit in het Frans

Slide 3 - Open question


Noem iets ongezonds in het Frans

Slide 4 - Open question

le croissant
la boulangerie
manger
le café
la confiture
le restaurant
la baguette

Slide 5 - Drag question


Noem iets waarvan je patat kunt maken
in het Frans

Slide 6 - Open question

Wat zie je op het plaatje?

A
La carte
B
L'addition
C
Une entrée

Slide 7 - Quiz

Een tafel voor twee personen, s.v.p.
Ik zou graag willen ...
Ik neem...
Als voorgerecht, neem ik...
Als hoofdgerecht, neem ik ...
Als toetje, neem ik...
Mag ik de rekening, s.v.p.?
Une table pour deux personnes, s.v.p.
Je voudrais...
Je prends...
Comme entrée, je prends...
Comme plat principal, je prends...
Comme dessert, je prends...
L'addition, s.v.p.

Slide 8 - Drag question


Noem (een soort) vlees in het Frans

Slide 9 - Open question

Wat zie je op het plaatje?
A
l'assiette
B
l'addition
C
l'entrée

Slide 10 - Quiz


Wat is geen eten?
A
Le coca
B
Le crêpe
C
Le chocolat
D
Le pain

Slide 11 - Quiz

broodsoorten
beleg
drankjes
algemene woorden over eten
le petit déjeuner
le petit déjeuner
la tartine
la tartine
le beurre
le beurre
le café
le café
la baguette
la baguette
le thé
le thé
le croissant
le croissant
le pain
le pain
le chocolat
le chocolat
manger
manger
le dîner
le dîner
bon appétit
bon appétit
la boulangerie
la boulangerie
la confiture
la confiture

Slide 12 - Drag question


Noem iets zoets (bijv. snoepje) in het Frans

Slide 13 - Open question

Bedankt voor de aandacht
Graag gedaan doei

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video