Les 4 - 1.3 Lezen - Artikel, onderwerp, hoofdgedachte

We beginnen altijd met lezen
timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

We beginnen altijd met lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Huiswerk bespreken (1.1 Fictie) 
  • Uitleg: onderwerp, hoofdgedachte, uiteenzetting, tekststructuren
  • Teksten lezen en opdrachten maken
  • Nabespreken

Slide 2 - Slide

Onderwerp en deelonderwerp
Als je een tekst hebt gelezen, kun je het onderwerp bepalen.
Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende deelonderwerpen.

Een deelonderwerp herken je
vaak aan een tussenkopje.
Onderwerp: iPad in de klas
Deelonderwerpen:
  • digitale schoolboeken 
  • altijd internet 
  • interactief onderwijs

Slide 3 - Slide

De hoofdgedachte
De hoofdgedachte is een heel korte samenvatting in één zin. Het is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen. 

  • De hoofdgedachte = het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.  

  • Om de hoofdgedachte te formuleren moet je dus eerst het onderwerp bepalen

  • Het onderwerp = waar de tekst over gaat. Dat kun je vaak met één of enkele woorden zeggen.

Slide 4 - Slide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 5 - Open question

Het onderwerp
Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op: 

  1. de kop 
  2. de eerste zin of de eerste alinea 
  3. een illustratie bij de tekst 
  4. tussenkopjes en vetgedrukte of onderstreepte woorden in de tekst 

Slide 6 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 7 - Open question

Hoofdgedachte
Hoofdgedachte = het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Zo vind je een hoofdgedachte:
1. Onderwerp zoeken.
2. Wat is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp vertelt? Antwoord in één goed geformuleerde zin. 


Slide 8 - Slide

Dus het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat en de hoofdgedachte van een tekst is wat de schrijver van die tekst de lezer duidelijk probeert te maken.

Slide 9 - Slide

Waar vind je de hoofdgedachte?

  • Meestal in de eerste alinea of in het slot van een tekst. 

  • De hoofdgedachte hoeft niet letterlijk in de tekst te staan. 

  • Let op! Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen heel goed twee verschillende hoofdgedachtes hebben.

Slide 10 - Slide

Artikel / uiteenzetting
Informatief schrijfdoel

De schrijver geeft informatie en geeft hierbij een uitleg of toelichting.

Objectief! 
Meningen van anderen mogen genoemd worden.


Slide 11 - Slide

Opbouw uiteenzetting
Inleiding
Onderwerp introduceren,
Trek de aandacht van de lezer: aanleiding noemen, vraag stellen, hoofdgedachte noemen, anekdote
Kern
Boodschap wordt duidelijk in verschillende alinea's.
Feitelijke informatie. 
De uitleg staat centraal.
Slot
Uitsmijter: samenvatting, conclusie, evt. oplossing probleem.

Slide 12 - Slide

 Herhaling tekststructuren

Inleiding

Kern


Slot
Verklaringsstructuur
Noemen verschijnsel

Kenmerken
Oorzaken, gevolgen

Samenvatting
Verschijnsel in de toekomst
Vraag-antwoord structuur
Hoofdvraag stellen

Antwoord deelvraag 1-2-3


Samenvatting
Antwoord op hoofdvraag 
uit inleiding

Slide 13 - Slide

 Herhaling tekststructuren

Inleiding

Kern


Slot
Probleem-oplossing

Probleem introduceren

Waarom aandacht voor probleem
Oorzaak-gevolg

Mogelijke oplossingen
Onderzoeksstructuur

Onderwerp onderzoek

Opzet onderzoek
Resultaten 1-2


Conclusie onderzoek

Slide 14 - Slide

Wat is een dialect?

Slide 15 - Slide

Het Haags is ook een dialect!

Slide 16 - Slide

Aan de slag
huiswerk voor deze les: 1.1 Fictie, opdracht 11, 13 en 15 in je schrift.

Lees de leerteksten op bladzijde 25 en 27, begin daarna aan opdracht 2 en 4 t/m 7

Slide 17 - Slide

Voor in je agenda:
Huiswerk:
maak af wat niet afkwam deze les en van 1.3 Lezen, opdracht opdracht 2 en 4 t/m 8

Slide 18 - Slide