verbranding en ademhaling

Biologie: verbranding, energie & ademhaling
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Biologie: verbranding, energie & ademhaling

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Aan het einde van de les kan je uitleggen wat verbranding is 
  • Je kan uitleggen wat brandstoffen en verbrandingsproducten zijn
  • Aan het einde van de les weet je wat een indicator is

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Een kaars heeft kaarsvet nodig om te kunnen branden. Kaarsvet is de brandstof.
Als je een glas over de kaars
 zet, dooft de vlam. Voor verbranding is zuurstof nodig 
Bij een brandende kaars komt energie vrij. Licht en warmte.
Bij verbranding ontstaat er water en koolstofdioxide. Dit zijn verbrandingsproducten

Slide 4 - Slide

Waarom gaat de kaars uit als je er een glas overheen zet?

Slide 5 - Slide

Hoe komt het dat het glas aan de binnenkant beslagen is? 
(vocht van water aan de binnenkant zit)  

Slide 6 - Slide

                  Een indicator
Hoe kun je aantonen dat er in lucht koolstofdioxide aanwezig is?
Koolstofdioxide kan worden aangetoond met helder kalkwater. Wanneer je koolstofdioxide door kalkwater leidt, wordt het troebelwit. Dit is een hele simpele proef om uit te voeren. Wanneer je lucht via een rietje uitademt in kalkwater, zal je zien dat het kalkwater steeds troebeler wordt.
Een stof waar je een andere stof aantoont (laat zien)
Helder kalkwater is de indicator voor koolstofdioxide.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Bij verbranding in je cellen komt energie vrij. Organen hebben energie nodig om te kunnen werken
Ook in je lichaam vindt er verbranding plaats
Eten /glucose (suiker/koolhydraten) zijn je brandstof
Je ademt zuurstof in. (brandstof)

Je ademt koolstofdioxide uit. (verbrandingsproduct)

Slide 9 - Slide

Je hebt energie  (brandstof) nodig om hard te lopen
Je hebt energie (brandstof) nodig om je lichaam op temperatuur te houden

Slide 10 - Slide

Ademhalingsweg
1. Neus of mond
2. Luchtpijp
3. Longen (linker en rechterlong)
4. Bronchiën
5. Longblaasjes

Slide 11 - Slide

Rechterlong
Linkerlong
Longblaasjes

Slide 12 - Slide

Wat gebeurt er bij de ademhaling?
A
We ademen koolstofdioxide in en zuurstof uit
B
We ademen zuurstof in en koolstofdioxide uit

Slide 13 - Quiz

Welke weg legt de lucht af die we inademen?
A
Long- bronchiën- long-luchtpijp-neus
B
Luchtpijp- neus- bronchiën- long
C
Neus- luchtpijp-bronchiën-long-longblaasjes
D
longblaasjes-bronchiën-long-luchtpijp-mond

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Teken de ademhalingsweg
Kleur de weg van de inademing met groen (zuurstof)
Kleur de weg van de uitademing met rood (koolstofdioxide)
Wat is de brandstof? Schrijf dit erbij in de juiste kleur
Wat is het verbrandingsproduct? Schrijf dit in de juiste kleur erbij

Slide 15 - Slide