6.1a Optellen en aftrekken met negatieve getallen deel 1
Welkom Mavo 1A
Ga op je plek zitten.
Leg je wiskundeschrift en een pen op tafel
Jas uit, telefoon weg :)
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom Mavo 1A
Ga op je plek zitten.
Leg je wiskundeschrift en een pen op tafel
Jas uit, telefoon weg :)
Slide 1 - Slide
Mededeling smartrekenen
Op maandag check ik of je de week daarvoor (dus t/m zondagavond) 30 minuten gerekend hebt.
Soms staat er bij mij een ander aantal effectieve minuten dan bij jou. Heb je een aantekening, maar staat er bij jou wel 30 minuten? Stuur me dan een printscreen (waarbij ook de datum zichtbaar is) en dan laat ik de aantekening meteen verwijderen!
Doet het programma het niet? Dat stuur je mij een printscreen van de melding. Let op: is dit in het weekend: dan kan ik je niet helpen. Eigen verantwoordelijkheid om op tijd te beginnen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
§6.1 optellen en aftrekken van negatieve getallen
Aan het eind van de les weten/kunnen jullie:
.... Temperatuurverschillen te berekenen
.... Wat een negatiefmin en aftrekmin is
.... Optellen met positieve en negatieve getallen
Slide 4 - Slide
Even herhalen!
Slide 5 - Slide
Wat is een negatief getal?
Slide 6 - Open question
Welk getal is GROTER? -3 of 2? (denk aan de getallenlijn!)
A
-3
B
2
Slide 7 - Quiz
Welk getal is GROTER? -3 of -4? (denk aan de getallenlijn!)
A
-3
B
-4
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Optellen en aftrekken
Met negatieve getallen optellen en aftrekken
Houd de getallenlijn in gedachten.
Let op:
Slide 11 - Slide
Als ik een plussom heb, wordt mijn getal dan groter of kleiner?
En welke kant ga ik dan op op de getallenlijn?
Slide 12 - Slide
-1 + 4 = (4 stapjes naar rechts)
-2 - 2 = ( 2 stapjes naar links)
Slide 13 - Slide
5 - 1 = -2 - 2 =
-5 + 2 = 4 - 6 =
Samen oefenen
Slide 14 - Slide
Let op er zijn uitzonderingen!
Staat er een + en een - naast elkaar dan wordt het een -
dus
3 + -2 =
(+ - wordt - )
3 - 2 = 1
Slide 15 - Slide
Aantekening paragraaf 6.1
Als je optelt ga je stapjes naar .............. op de getallenlijn.
Als je aftrekt ga je stapjes naar ............. op de getallenlijn
+ - naast elkaar in een som wordt ............
Slide 16 - Slide
Waarom is + - hetzelfde als -?
3 + 1 =
Slide 17 - Slide
Waarom is + - hetzelfde als -?
3 + 1 = 4
3 + ... =
Slide 18 - Slide
Waarom is + - hetzelfde als -?
3 + 1 = 4
3 + 0 = 3
3 + ... =
Slide 19 - Slide
Waarom is + - hetzelfde als -?
3 + 1 = 4
3 + 0 = 3
3 + - 1 = 2
3 + ... =
Slide 20 - Slide
Waarom is + - hetzelfde als -?
3 + 1 = 4
3 + 0 = 3
3 + - 1 = 2
3 + - 2 = 1
3 + ... =
Slide 21 - Slide
Waarom is + - hetzelfde als -?
3 + 1 = 4
3 + 0 = 3
3 + - 1 = 2
3 + - 2 = 1
3 + - 3 = 0
3 + ... =
Slide 22 - Slide
Waarom is + - hetzelfde als -?
3 + 1 = 4
3 + 0 = 3
3 + - 1 = 2
3 + - 2 = 1
3 + - 3 = 0
3 + - 4 = -1
Slide 23 - Slide
We gaan quizen!
Slide 24 - Slide
-2 - 2 =
A
3
B
0
C
-4
D
4
Slide 25 - Quiz
-1 + 4 =
A
-5
B
3
C
2
D
0
Slide 26 - Quiz
Bij optellen ga je stapjes naar........op de getallenlijn
A
rechts
B
links
Slide 27 - Quiz
Bij aftrekken ga je stapjes naar....op de getallenlijn