les 1: 6.1 Optellen en aftrekken met negatieve getallen deel 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom Zm1A

Zit je startklaar?

• Jas uit, 
• Telefoon in je Zakkie in je tas. 
• Op tafel: potlood, wiskunde leerboek & werkboek deel 2.
• Wiskundeschrift/map
• + Pen

Wat zijn de schoolregels?…

• Respect: Ik heb respect voor mijn docent en klasgenoten.
  
• Ik luister goed tijdens de les.
  
• Als de docent praat of uitleg geeft ben ik stil.
  
• Ik steek mijn vinger op als ik een vraag wil stellen. Ik roep niet door de klas, ook niet om op anderen te reageren. Ik bemoei me met mezelf. 
• Natuurlijk zit ik op mijn eigen plek en gebruik ik alleen mijn eigen spullen

Aanspreekbaar blijven

Niet over de streep

Even herhalen!

We gaan herhalen. 

belangrijk: het antwoord bedenk je voor jezelf. Dat ga je niet door de klas roepen.

Als je een beurt krijgt mag je het antwoord zeggen en uitleggen wat je weet. 

Wisbordjes

Je krijgt zo een stelling of een vraag te zien. Schrijf je antwoord op je wisbordje.

Let op! Laat je antwoord pas zien nadat wij hebben afgeteld.

Wat is een negatief getal?

Welk getal is GROTER?
-3 of 2? (denk aan de getallenlijn!)

1. -3
2. 2

Welk getal is GROTER?
-3 of -4? (denk aan de getallenlijn!)

1. -3
2. -4

Welk getal is GROTER?
-5 of -1? (denk aan de getallenlijn!)

1. -5
2. -1

Neem over en 

Aan het eind van de les weten/kunnen jullie:

.... Temperatuurverschillen berekenen

.... Wat een negatiefmin en aftrekmin is

.... Optellen met positieve en negatieve getallen

§6.1 optellen en aftrekken van negatieve getallen, vanaf blz 10

Oriëntatieopgave blz 10

Bestudeer en bedenk
de antwoorden 

voor jezelf. 

Je hoeft het niet te maken

in je schrift.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Theorie lezen, blz 10

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Samen oefenen
blz 11

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Zelf oefenen, blz 11

Opgave nakijken over: 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Zelf oefenen, blz 11

Opgave nakijken over: 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Theorie lezen, blz 13

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aantekeningen

6.1: negatieve getallen

Schrijf mee! 

Aantekening paragraaf 6.1

Als je optelt ga je stapjes naar .............. op de  getallenlijn. 

Als je aftrekt ga je stapjes naar ............. op de getallenlijn

Als ik een plussom heb, wordt mijn getal dan groter of kleiner?

En welke kant ga ik dan op op de getallenlijn?

-1 + 4 =                                (4 stapjes naar rechts) 

-2 - 2 =                                ( 2 stapjes naar links)

5 - 1 =                                                     -2 - 2 =      

-5 + 2 =                                                  4 - 6 =      

Samen oefenen 

Aantekening paragraaf 6.1

Als je optelt ga je stapjes naar .............. op de  getallenlijn. 

Als je aftrekt ga je stapjes naar ............. op de getallenlijn

voorbeeld:

-2 + 5 = 3

-5 - 2 = -7

4 - 6 = -2

Samen oefenen
blz 14

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Zelf oefenen, blz 14

Opgave nakijken over: 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Aan de slag

Wat: bladzijde 14

opgave 13 en 14

Eerder klaar? Laat mij je werk controleren en bestudeer de theorie van bladzijde 14

Hoe:
stoplicht op rood = zelfstandig en in stilte. 

stoplicht oranje = fluisterend overleg 

stoplicht groen = opgave klassikaal bespreken

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Huiswerk wis

Woensdag 24 april lesuur 7

Paragraaf §6.1 boek deel 2

Maken: bladzijde 14 opgave 13 en 14

Mee: ruitjespapier in map/ schrift met ruitjes, pen, potlood

(en natuurlijk je LB & WB deel 2, JdW-map)

 

Afsluiting

Aan het eind van de les...

.... Temperatuurverschillen berekenen

.... Wat een negatiefmin en aftrekmin is

.... Optellen met positieve en negatieve getallen

Morgen

• Huiswerk afmaken: bladzijde 14 opgave 13 en 14

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

    Begrippen uit deze les

• Negatieve getallen
• Negatief min
• Aftrek min

We gaan quizen!

-2 - 2 =

1. 3
2. 0
3. -4
4. 4

-4 + 1 =

1. -5
2. 3
3. -3
4. 5

-1 + 4 =

1. -5
2. 3
3. 2
4. 0

0 - 5 =

1. 5
2. 0
3. -5
4. -0

Bij optellen ga je stapjes naar........op de getallenlijn

1. rechts
2. links

Bij aftrekken ga je stapjes naar....op de getallenlijn

1. links
2. rechts

Einde van de les