Je kan berekeningen maken aan eenparige versnelde bewegingen;
Je kan in v-t grafieken de versnelling en gemiddelde versnelling bepalen en berekenen;
Je kan de tweede wet van Newton uitleggen en toepassen;
Lesindeling
0-5min: Start en Leswissel
5-15min: Voorbereiding en leerdoelencheck (huiswerkcontrole)
15-35min: Basisinstructie
35-55min: Voorbeelden oefenen
55-60min: Afsluitende opdracht
Slide 12 - Slide
Hfd. 2 §1
Schets zonder getallen/schaal het( v,t) en (s,t diagram) van een eenparig versnelde beweging.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
maak van hfd. 2
vraag 3
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
eenparige beweging
(zelfde snelheid)
eenparig versnelde beweging
(steeds sneller)
Slide 17 - Slide
Wat is de versnelling in het diagram?
A
2,67 m/s²
B
-2,67 m/s²
C
0 m/s²
D
Op basis van de gegevens niet te zeggen
Slide 18 - Quiz
Wat is de versnelling in het diagram?
A
2,67 m/s^2
B
-2,67 m/s^2
C
0 m/s^2
D
Kan niet
Slide 19 - Quiz
Wat is de afgelegde afstand in de eerste versnelling?
A
20 m
B
10 m
C
40 m
D
80 m
Slide 20 - Quiz
Er is sprake van een versnelling op het stuk
A
d
B
e
C
f
D
g
Slide 21 - Quiz
Hoe groot is de versnelling hier?
A
45 m/s^2
B
10 m/s^2
C
11 m/s^2
D
22 m/s^2
Slide 22 - Quiz
De eenheid van versnelling is...
A
N
B
m/s
C
kg
D
m/s²
Slide 23 - Quiz
Een motorrijder staat voor een verkeerslicht te wachten. Het verkeerlicht springt op groen. De motor trekt gedurende 5,0 seconde op met 2,5 m/s² (eenparig versnelde beweging). Bereken de afstand die de motorrijder heeft afgelegd in deze 5,0s.