Les 5,6 Beweging NA 3.1

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Ga naar: 
https://lessonup.app/code

Slide 3 - Slide

Onderwerpen van de vorige lessen

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is de formule van snelheid?
A
v=t/s
B
t=v/s
C
s=v/t
D
v=s/t

Slide 7 - Quiz

Herhaling eenheden en omrekenen
Afstand (s)
Tijd (t) 
Snelheid (v)
meter (m)
seconden (s)
meter per seconde (m/s)
kilometer (km)
uur (h)
kilometer per uur (km/uur)
x 3,6
: 3,6
Grootheid
Eenheden

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Een auto remt af voor een stoplicht. welk s,t-diagram hoort hierbij?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Bron: Cremer et al. 2021, p. 27, 29
Een vertraagde beweging (v,t)-grafiek
Een vertraagde beweging (s,t)-grafiek
Een versnelde beweging (v,t)-grafiek
Een versnelde beweging (s,t)-grafiek
Een eenparige beweging (v,t)-grafiek
een eenparige beweging (s,t)-grafiek

Slide 12 - Drag question

s,t-diagram
Versnelling
Eenparige (constante) beweging
Vertraging

Slide 13 - Slide

v,t-diagram
Versnelling
eenparige (constante)
Beweging
Vertraging

Slide 14 - Slide

Opdracht
  1. Teken in je schrift een s,t diagram van iemand die stilstaat
  2. Teken in 1 s,t diagram in je schrift de lijn van een rijdende auto en de lijn van een rijdende fietser  (ervan uitgaande dat de auto sneller gaat dan de fietser).

Slide 15 - Slide

Begrip delta
De hoofdletter van de Griekse letter delta is een driehoekje.

Bij de wiskunde (en natuurkunde) geeft de delta het verschil aan.
Je hebt dan twee situaties en het verschil tussen deze twee situaties wordt weergegeven met de delta.
Dit hoofdstuk zijn dat          ,          of 
Δv
Δt
Δs
Δx

Slide 16 - Slide

De verandering van de snelheid (toename of afname) met de eenheid m/s.

Als een voorwerp gaat versnellen kun je de toename berekenen met de beginsnelheid                       en de eindsnelheid 

De formule is (formule kaart):

Δv
(vbegin)
(veind)
Δv=veindvbegin

Slide 17 - Slide

Het tijdsbestek (de tijd die nodig is voor de versnelling of de vertraging)
De tijd die nodig is, is meestal gegeven of makkelijk af te leiden.
Δt

Slide 18 - Slide

Als je een grafiek hebt:
  • Bepaal de r.c. door           /            te doen (over een flink stuk grafiek).
  • Vergelijk met je formule.
  • Los op voor wat je moet weten.
Δy
Δx

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Geef de juiste combinatie van (x,t)-diagrammen en (v,t)-diagrammen.

Slide 21 - Drag question

Oppervlakte methode
De oppervlakte onder een v,t diagram = afgelegde afstand

Slide 22 - Slide

Gemiddelde snelheid
Als de snelheid groter of kleiner wordt kun je niet spreken van één snelheid.
Met de beginsnelheid en de eindsnelheid kun je wel de gemiddelde snelheid berekenen (net als het gemiddelde van twee cijfers, optellen en delen door 2)

Noteer de formule op je formule kaart

Slide 23 - Slide

Wat is de gemiddelde snelheid van deze beweging?
A
10 m/s
B
25 m/s
C
40 m/s
D
50 m/s

Slide 24 - Quiz

Versnelling



Wat is versnelling eigenlijk?

Slide 25 - Slide

Leerdoel 
Ik bereken de versnelling van een eenparige vertraagde of versnelde beweging. 

Slide 26 - Slide

(v,t)-diagram
v - verticale as
t - horizontale as


Wat kan je afleiden uit de grafiek?
0-4 s Beweging neemt eerst toe oftewel versnelling

4-7 s dan is de beweging constant oftewel eenparige beweging

Slide 27 - Slide

Versnelling 
Als er een gelijkmatige toename in snelheid is... b.v.

10 m/s, dan 20 m/s, dan 30 m/s
dan is de toename in snelheid 10 m/s elke seconde

DUS de versnelling is 10 meter per seconde per seconde

a=10s2m

Slide 28 - Slide

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 29 - Slide

eenparig versneld
  • snelheid v neemt constant toe
  • dus de versnelling a is constant
  • je noemt dat "eenparig versneld"
  • v,t - diagram is een rechte, stijgende lijn


Vraag: hoe groot is de versnelling hier?
Versnelling = a = 0,5 m/s2

Slide 30 - Slide

Eenparig vertraagd
  • Snelheid neemt gelijkmatig af
  • Snelheid afname per seconde 
        heet vertraging


Wat is de vertraging?
Vertraging is 2 m/s2
a = -2 m/s2

Slide 31 - Slide

Voorbeeld opgaven 1

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Welk symbool is wat?
A
s = snelheid v= versnelling
B
v = snelheid a = afstand
C
s = afstand v = versnelling
D
s = afstand v= snelheid

Slide 34 - Quiz

Welke beweging is hiernaast rood gemarkeerd?
A
Stilstand.
B
Constante snelheid.
C
Versnelling.
D
Vertraging.

Slide 35 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van de versnelling?
A
snelheid : tijd
B
snelheid x tijd
C
afstand : tijd
D
afstand x tijd

Slide 36 - Quiz

Welk stuk van deze grafiek van een beweging is een versnelling?
A
Van 0 tot 5 sec
B
Van 5 tot 15 sec
C
Van 15 tot 15 sec

Slide 37 - Quiz

Leerdoel 
Ik bereken de versnelling van een eenparige vertraagde of versnelde beweging. 

Slide 38 - Slide

Klik
Maak de opgaven van week 37 en 38

Slide 39 - Slide