H1.3 les 7 Rekenen aan mengels H3X/H3Q

H1 Stoffen en materialen
Les 7 
rekenen aan mengsels

NOVA 3H H1.3
leg klaar: 
  • schrift
  • rekenmachine
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Stoffen en materialen
Les 7 
rekenen aan mengsels

NOVA 3H H1.3
leg klaar: 
  • schrift
  • rekenmachine

Slide 1 - Slide

Start van de les
  • Leg je rekenmachine en je schrift klaar
  • Maak vraag 6 t/m 8 op het blad

Klaar? Probeer of je vraag 9 t/m 12 al kan.
timer
5:00

Slide 2 - Slide

zuivere stof
mengsel
vers geperst appelsap
roestvrij staal
chocola
lucht
suiker
ijzer
zuurstof
kokosmelk

Slide 3 - Drag question

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 4 - Quiz

Welk mengsel is altijd helder?
A
Suspensie
B
Oplossing
C
Emulsie

Slide 5 - Quiz

Water gemengd met soeppoeder is een
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing

Slide 6 - Quiz

Mengsel op macro-niveau
Mengsel op micro-niveau

Slide 7 - Slide

Wat is een handige eenheid om aan te geven hoeveel suiker er in Coca-Cola zit?

Slide 8 - Open question

Gehalte                   
Het gehalte van suiker in Coca-cola is 108 g/ L
één liter cola bevat dus 108 gram suiker.

NOTEER       De eenheid van gehalte is gram per Liter ( g/L)


Slide 9 - Slide

Soms is het makkelijk om een verhoudingstabel te gebruiken.



1 liter Coca-Cola bevat 106 gram suiker.
Hoeveel suiker zit er in 5 liter Coca-Cola?

(antwoord 530 gram)

gram
106
Liter
1

Slide 10 - Slide

Hoeveel zuurstof zit er in lucht?

Slide 11 - Slide

Volumepercentage 
Lucht bevat 21 volume % zuurstof
1 liter lucht bevat 0,21 x 1 = 0,21 liter zuurstof


NOTEER

   Let op: de eenheid in teller en noemer moet hetzelfde zijn!

Slide 12 - Slide

Hoeveel cacao zit er in melkchocola?

Slide 13 - Slide

Massapercentage 
Het massapercentage cacao in melkchocola is 25%
Een reep melkchocola van 100 g bevat 0,25 x 100 = 25 g cacao

NOTEER
 

           Let op: de eenheid in teller en noemer moet hetzelfde zijn!

Slide 14 - Slide

Een flesje sportdrank met een inhoud van 330 mL bevat 21 g opgelost suiker.

Bereken het gehalte suiker in g/L
A
15,7 g/L
B
63,6 g/L
C
0,0636 g/L

Slide 15 - Quiz

uitwerking
gegeven     21 g suiker in 330 mL sportdrank

formule

berekening                   330 mL = 0,330 L
                                           gehalte = 21 g / 0,330 L = 63,6 g/L

Slide 16 - Slide

Het volumepercentage zuurstof in lucht is 21,0 %

Bereken het volume zuurstof in mL in 2,00 L lucht.
Bereken met factor!
A
420 mL
B
42,0 %
C
11,0 %
D
9,52 mL

Slide 17 - Quiz

Uitwerking
21% van 2 liter 
= 0,21 x 2 liter 
= 0,42 liter zuurstof




Slide 18 - Slide

Een reep pure chocola van 250 g bevat 160 g cacao

Bereken het massapercentage cacao in pure chocola.

A
1,56 %
B
0,64 %
C
64 %
D
4000 gram

Slide 19 - Quiz

Uitwerking
massa cacao / massa chocoladereep x 100%
= 160 / 250 x 100%
= 0,64  x 100%
= 64%





Slide 20 - Slide

Een stroopwafeltje van 20 g bevat 7,2 g suiker

Bereken het massapercentage suiker in een stroopwafel

A
2,63 %
B
0,36 %
C
36 %
D
144 gram

Slide 21 - Quiz

Uitwerking
massa suiker / massa stroopwafel       x 100%
= 7,2 g / 20 g         x 100%
= 0,36          x 100%
= 36%





Slide 22 - Slide

Leerdoelen: 
Je kunt berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels: massa%, volume% en gram per Liter.

Slide 23 - Slide

Eigen werk
Maak opgave 9, 10, 11 en 12 op het blad

Klaar? 
  • Leer van 1.3 de blauwgedrukte begrippen uit het boek
  • Ga na of je voorbeeldopgave 1, 2 en 3 op blz 30/31 zelf zou kunnen oplossen




timer
20:00

Slide 24 - Slide

Vision testen
Start je laptop op
De leraar controleert of je zichtbaar bent

Slide 25 - Slide