This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
B4 Cellen
Slide 1 - Slide
Programma
Verschillen dierlijke cel en plantaardige cel
Tekening maken
Plastiden
Begrippenlijst
Opdrachten
Slide 2 - Slide
Verschillen dierlijke- en plantaardige cel
- Schrijf in je schrift de onderdelen van de dierlijke cel
- Schrijf in je schrift de onderdelen van de plantaardige cel
- Welke onderdelen heeft de plantaardige cel wel en de dierlijke cel niet?
Slide 3 - Slide
Tekening plantaardige cel
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Neem deze aantekeningen over in je schrift.
Plastiden:
Bladgroenkorrels: groene korrels in de plant. Hier vindt fotosynthese plaats.
Kleurstofkorrels: geven bloemen en vruchten hun opvallende kleur.
Zetmeelkorrels: Zijn kleurloos en er zit zetmeel in opgeslagen.
Slide 6 - Slide
Opdrachten
Maak een begrippenlijst van B4
Maak opdr. 19
Slide 7 - Slide
Huiswerk
Leren B4
maken begrippenlijst van B4
Maken opdr. 19
Slide 8 - Slide
DE CELKERN
Slide 9 - Slide
Celkern
In de celkern ligt de informatie voor erfelijke eigenschappen.
Een chromosoom bestaat uit DNA
DNA in een celkern (dus alle chromosomen samen), bevat ALLE informatie voor alle eigenschappen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
DNA
DNA bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen. De kleur van je ogen, de kleur van je haar en van je huid enz. DNA kan je je voorstellen als een wenteltrap.
Slide 12 - Slide
Chromosomen
In elke celkern in je lichaam liggen chromosomen. Dit zijn langgerekte dunne "draden". Ze liggen in de kern door elkaar. Elke celkern in je lichaam bevat 46 chromosomen.
Slide 13 - Slide
Opdracht 1
Alle chromosomen in een cel hebben samen een lengte van ruim 2 meter. Hoe komt het dat ze toch in een celkern passen?
Slide 14 - Slide
Opdracht 2
Zijn alle eigenschappen in je DNA erfelijke eigenschappen?
Slide 15 - Slide
Opdracht 3
Het gekleurde deel van het oog heet de iris. Hoeveel chromosomen bevat een cel in de iris?