D&P Theorie blok 1 t/m 3 met vragen

Contacten en afspraken
Als je een activiteit organiseert doe je dit nooit alleen, maar met andere mensen. Daarnaast doen er allerlei mensen mee aan de activiteit. Al die mensen bij elkaar vormen je contacten.
Omgaan met contacten:
1. je bent vriendelijk en beleefd
2.je komt je afspraken na -> je doet wat je zegt 

Afspraken vastleggen:
1. per tekstbericht: handig en snel; je houdt het bericht kort met de belangrijkste zaken 
2.per email: meer ruimte om te schrijven; beperk je tot een duidelijke boodschap per email
3. telefonisch: je spreekt rustig en vriendelijk, houd de boodschap kort


1 / 21
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Contacten en afspraken
Als je een activiteit organiseert doe je dit nooit alleen, maar met andere mensen. Daarnaast doen er allerlei mensen mee aan de activiteit. Al die mensen bij elkaar vormen je contacten.
Omgaan met contacten:
1. je bent vriendelijk en beleefd
2.je komt je afspraken na -> je doet wat je zegt 

Afspraken vastleggen:
1. per tekstbericht: handig en snel; je houdt het bericht kort met de belangrijkste zaken 
2.per email: meer ruimte om te schrijven; beperk je tot een duidelijke boodschap per email
3. telefonisch: je spreekt rustig en vriendelijk, houd de boodschap kort


Slide 1 - Slide

Open vragen
Gesloten vragen
Directe vragen
Indirecte vragen
Je vraagt precies wat je wilt weten
Je gaat niet rechtstreeks op je doel af, je vraagt met een omweg
Beginnen met wie, wat, waar, waarom, hoe
Beginnen met een werkwoord, je kunt hier met ja of nee op antwoorden

Slide 2 - Drag question

Wat betekent SMART
A
Speciaal - Meetbaar - Actie- Reeël - Tijd
B
Specifiek - Meetbaar - Actie - Realistisch - Tijd
C
Specifiek - Meetbaar - Acceptabel - Realistisch - Tijd
D
Speciaal - Meetbaar - Acceptabel - Realistisch - Tijd

Slide 3 - Quiz

Interview
Telefonisch interview
Persoonlijke interview
met de persoon zelf; vaak bij het bedrijf
je krijgt veel informatie 
Meestal kort
Kost minder tijd

Slide 4 - Drag question

gebaren, houdingen en gezichtsuitdrukkingen die een boodschap doorgeven noem je ...

Slide 5 - Open question

-je luistert goed wat de ander zegt
-je kijkt de ander aan en je zegt wat je hebt begrepen
-je vraagt of het klopt wat je samengevat hebt
-als de ander 'ja' zegt dan is het goed, bij een 'nee' moet je gaan herhalen
Hoe noem je het woord/begrip wat hierbij past?

Slide 6 - Open question

Wat wordt er met spiegelen (in de communicatie) bedoeld?
A
je neemt een andere houding aan als je gesprekspartner
B
je neemt dezelfde houding aan als je gesprekspartner

Slide 7 - Quiz

Zijn bij brainstormen alle ideeën evenveel waard?
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Mag bij brainstormen ideeën van anderen gebruiken en daarover verder praten
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Doordraaischema
Knock-out schema
Pouleschema
Organisatievorm waarbij er steeds spelers afvallen. Je wilt snel tot een finaleronde komen.

Organisatieschema waarin elk team 2x tegen elk ander team speelt. Als je teams echt tegen elkaar wilt laten strijden en zeker wilt weten wie de beste is
Schema met wedstrijdvolgordes. Als je met meerdere teams op meerdere velden speelt. Alle teams draaien door en komen elkaar allemaal tegen.

Slide 10 - Drag question

Hoe noem je een schema waarin is vastgelegd welke taken en gebeurtenissen op welke momenten moeten plaatsvinden.

Slide 11 - Open question

Wat houdt de wegenverkeerswet in?
A
op basis van deze wet kunnen gedeelten van wegen en straten worden afgesloten voor werk aan de weg
B
op basis van deze wet kunnen gedeelten van wegen en straten worden afgesloten voor een evenement

Slide 12 - Quiz

Waar is de Wet geluidshinder en bepalingen inzake geluidsoverlast voor bedoeld?
A
biedt bescherming tegen allerlei vormen van geluidsoverlast
B
een overzicht van regels met betrekking tot geluidsoverlast

Slide 13 - Quiz

Wat houdt de BBV in?
A
deze verordening geeft advies over brandveiligheid
B
in deze verordening worden zaken geregeld over de brandveiligheid

Slide 14 - Quiz

Waar staat SZW voor?
A
sociale zaken en werkgelegenheid
B
sociale zaken en weerbaarheid
C
Iedereen moet de kans krijgen om mee te doen en zich te ontwikkelen
D
onderdeel van de overheid

Slide 15 - Quiz

Wat doet de inspectie SZW?
A
werkt aan eerlijk, gezond en veilig werk in Nederland
B
let erop of bedrijven zich aan de veiligheidsregels houden

Slide 16 - Quiz

Mag je alcohol schenken aan mensen die dronken zijn
A
Nee dit mag niet
B
Ja natuurlijk mag dit

Slide 17 - Quiz

Mogen cafés en discotheken dronken mensen toelaten
A
Ja natuurlijk mag dat
B
Nee dit mag niet

Slide 18 - Quiz

Waarom is er een drank en horecawet?
A
om te zorgen dat mensen alcohol kunnen drinken
B
om te zorgen dat mensen niet te veel alcohol drinken

Slide 19 - Quiz

Dit staat in het HACCP systeem
Kritische grenzen 
Verificatie
Correctieve acties
controle om te kijken of je HACCP aanpak goed gaat
zorgt ervoor dat je HACCP systeem wordt verbeterd
het risico kan worden voorkomen of tot een veilig niveau kan worden teruggebracht. 

Slide 20 - Drag question

Wat houdt HACCP in?
A
zorgt ervoor dat gezonde stoffen in voedingsmiddelen terecht komen
B
systeem met hygiëneregels voor bedrijven die met voedsel werken

Slide 21 - Quiz