Synaptische blaasjes in motorisch eindplaatje
geven acetylcholine (= neurotransmitter)
af aan de synapsspleet.
Acetylcholine bindt aan de receptoreiwitten van ionkanalen
in het postsynaptische membraan.
Wanneer hierdoor een EPSP ontstaat, veroorzaakt dit contractie
van de aangesloten spiervezels.
Afhankelijk van het aantal motorische eenheden dat tegelijkertijd samentrekt,
kan de contractie van een spier krachtig of minder krachtig zijn.