Indampen Basis

Standaardiseren doelen 
  1. Constant productieproces
  2. Constant eindproduct wat voldoet aan de specs
  3. Niet teveel weggeven (€)

Hoe?
1 / 50
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Standaardiseren doelen 
  1. Constant productieproces
  2. Constant eindproduct wat voldoet aan de specs
  3. Niet teveel weggeven (€)

Hoe?

Slide 1 - Slide

Hoe wordt de melk gestandaardiseerd voor de intrekbak (start indamper?)

Slide 2 - Mind map

Standaardiseren
Meten (NIR) en ingeven samenstelling grondstoffen
(Volle melk, Magere melk en lactose)
Regelkring bepaalt de hoeveelheden
Komen gemengd in intrekbak.
Nauwkeurigheid? (dun en in poeder)

Slide 3 - Slide

Indampen
  • Als basis genomen indamper 7
  • Kijken met name naar 1 trap en hoofdonderdelen
  • Achtergrond info Horizon indampen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Indamper 7

Slide 6 - Slide

Hoofdonderdelen

Slide 7 - Slide

Toevoer product aan indamper
  • Product wordt van boven toegevoerd (warmer dan kooktemperatuur)
  • Product gaat spontaan koken (flashverdamping).
  • Product wordt via een verdeelschotel verdeeld over de plaat
  • Product gaat via kleine gaatjes naar de product buizen, maar valt op bovenkant (dicht) stoomgedeelte
  • Damp wordt afgevoerd via dampbuisjes

Slide 8 - Slide

Kop indamper met verdeelschotel en damppijpjes

Slide 9 - Slide

Flashverdamping in de kop

Slide 10 - Slide

Wat is flashverdamping?
A
het snel koken waarbij er veel damp ontstaat en de temperatuur van het product oploopt
B
langzaam indikken waarbij de temperatuur stijgt
C
Snel indikken door stoominjectie
D
het snel koken waarbij er veel damp ontstaat en de temperatuur van het product daalt

Slide 11 - Quiz

Verstopte product gaatjes

Slide 12 - Slide

Wat is het gevolg als de product gaatjes verstopt zijn?

Slide 13 - Open question

Product gaat door product pijpen
  • Product verlaat product pijpen samen met ontstane waterdamp aan de onderkant van de indamper.
  • Product wordt afgevoerd.
  • Damp met kleine druppels product gaan naar dampafscheider

Slide 14 - Slide

Onderkant indamptrap met productpijpen

Slide 15 - Slide

Dampafscheider

Meegevoerd product gaat terug naar product stroom
Damp gaat naar condensor, of kan hergebruikt worden in een volgende trap

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Condensor
  • Zorgt voor het condenseren van de waterdamp van de laatste trap. 
  • Dit zorgt voor de onderdruk en daarmee de temperatuur aan de productzijde in de laatste trap
  • De temperatuur en daarmee de onderdruk wordt geregeld met de hoeveelheid koelwater.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld condensor

Slide 19 - Slide

Indampen = koken van water
1 kg stoom kan 1 kg water verdampen
1 kg stoom condenseren geeft 1 kg = 1 liter condensaat
Hoeveel waterdamp ontstaat er als er 1 kg water wordt verdampt?

Slide 20 - Slide

Hoeveel waterdamp ontstaat er als er 1 kg water verdampt?

Slide 21 - Mind map

Stoomtabel
  • Geeft relatie druk en kooktemperatuur
  • Laat zien hoeveel energie stoom/water heeft
  • Laat zien welk volume 1 kg waterdamp (= 1 liter verdampt water) heeft.
  • Hoeveel liter is dat??

Slide 22 - Slide

Stoomtabel voor onderdrukken

Slide 23 - Slide

Wat is de functie van de vacuümpomp tijdens opstart
A
De damp door de trappen heen zuigen
B
De stoom door de trappen heen zuigen
C
Het condensaat aanzuigen en afvoeren
D
Niet condenseerbare gassen afzuigen

Slide 24 - Quiz

De druk in de condensor wordt normaal geregeld door de
A
vacuümpomp
B
regelklep in koelwater
C
Toevoerflow product
D
Thermocompressor

Slide 25 - Quiz

Wat zorgt voor handhaving onderdruk tijdens productie?

Slide 26 - Mind map

Onderdruk door
Bij opstart:  door vacuümpomp
Tijdens productie:
  1. Condensor zorgt voor vacuüm in de laatste trap
  2. Elke trap is condensor van de vorige trap
  3. Condensatie in voorverwarmers
  4. Thermocompressor
  5. Vacuümpomp (voor verwijderen van lucht(uit product en lekkages)


Slide 27 - Slide

Stoom zit aan buitenkant productpijpen
  • Stoom condenseert, condensaat afvoeren
  • Er kunnen niet condenseerbare gassen (lucht) meekomen, zeker bij hergebruik waterdamp. Niet condenseerbare gassen ook afvoeren (richting vacuümpomp)

Slide 28 - Slide

Stoom aan de buitenzijde van de buizen in een trap
A
condenseert allemaal
B
condenseert gedeeltelijk, het overtollige gaat naar de volgende trap
C
condenseert gedeeltelijk en het overtollige gaat naar de condensor
D
condenseert niet, maar gaat naar de condensor

Slide 29 - Quiz

Ontluchtingsleidingen
  1. Functie?
  2. Wat bepaalt de plek? (onder en/of boven)
  3. Wat / welk component zit er het meeste in?
  4. Waar gaan de ontluchtingsleidingen naar toe?
  5. Hoe herken je de ontluchtingsleiding in het veld?
  6. Waarom bij opstart even de condensaatpompen aan voordat je begint met vacuüm zuigen?
  7. Hoe kom je erachter als een ontluchtingsleiding verstopt is?

Slide 30 - Slide

Ontluchtingsleiding
Vaak met flens, omdat?
Komt in verzamelbuis richting condensor
Als verstopt voelen aan de leiding (Koud=?)

Slide 31 - Slide

Aanname: temperatuur ingaand trap 1 is pasteurisatietemperatuur (75°C) en ingaand volgende trap is 65°C.
Op welke plekken is het product 65C


A
als het door de openingen onder de verdeelplaat gaat
B
Boven in de productpijpen van trap 1
C
Onder in de productpijpen van trap 1
D
Boven in de productpijpen van trap 2

Slide 32 - Quiz

Noem 3 nadelen van luchtlekkage in een indamper.

Slide 33 - Open question

Noem 3 manieren om een luchtlekkage op te sporen

Slide 34 - Open question

Een nadeel van een buffertank met dikmelk (55 C) is
A
korte verblijftijd
B
Groei van thermofielen
C
Slechte menging van loog
D
Bruinkleuring van melk

Slide 35 - Quiz

Noem 3 oorzaken waardoor een centrifugaalpomp een hoger toerental nodig heeft dan normaal om de flow te halen

Slide 36 - Open question

Korte vraagjes
  1. Waar blijft de "overtollige" stoom van trap 1?
  2. Waar condenseert de water(Brüden)damp die ontstaat in trap 1?
  3. Wat gebeurt er met de droge stof van het concentraat als de temperatuur oploopt in de condensor?
  4. Wat zijn mogelijke oorzaken van het oplopen van de temperatuur?
  5. Waarom maken we druk niet lager (kunnen we meer trappen maken)?

Slide 37 - Slide

A
B
D
C
D

Slide 38 - Slide

Dampafscheider
Ontluchting
Condensaatafvoer
Stoomtoevoer
A
B
C
D

Slide 39 - Drag question

DSI
Directe Stoom Injectie

Slide 40 - Slide

Voordelen DSI
  • Supersnel opwarmen en weer afkoelen en daarmee minimale hittebeschadiging, maar wel doden van sporen. (UHTST)
  • Geschikt voor visceuze producten
  • Geen aanbranding op buizen/platen

Slide 41 - Slide

Flashcooler
  • Snel afkoelen door waterverdamping
  • Tangentiale invoer? Waarom?
  • Wat doen we met de dampen?

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

In een "flashkoeler" waar de melk gekoeld wordt tot 110 C is
A
de druk hoger dan 1 Bar(A)
B
Vindt vaak aanbranding plaats
C
Wort koelwater gebruikt
D
Ontstaat er geen waterdamp

Slide 44 - Quiz

Wat gebeurt er als (koude) lucht aangezogen wordt in een indampertrap
A
De temperatuur zal oplopen
B
De absolute druk wordt lager
C
De vacuümpomp gaat sneller draaien
D
Droge stof% wordt hoger

Slide 45 - Quiz

Wat is Brüdendamp?

Slide 46 - Open question

Wat is een voordeel van een thermocompressor?
A
Verhoogt de stoomtemperatuur
B
Stabielere flow
C
Energiebesparend
D
Geeft snellere condensatie

Slide 47 - Quiz

Welk apparaat is dit?

Slide 48 - Open question

Legionella in het water van een koeltoren
A
is met name gevaarlijk tijdens inademen
B
kan product eenvoudig besmetten
C
is met name gevaarlijk als je ervan drinkt
D
geeft extra verontreiniging in de condensor

Slide 49 - Quiz

Noem 3 punten die sterk de capaciteit van een koeltoren bepalen.

Slide 50 - Open question