Werkwoordspelling ovt/ vtt
1 / 11
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Wat is de verleden tijd?
werken - Jij ...
werken - Jij ...
Slide 2 - Open question
Wat is de verleden tijd?
raken - Hij ...
raken - Hij ...
Slide 3 - Open question
Wat is de verleden tijd?
spelen - wij ...
spelen - wij ...
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Video
Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb een boterham ...(eten)
Ik heb een boterham ...(eten)
Slide 6 - Open question
Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb heel hard ....(rennen)
Ik heb heel hard ....(rennen)
Slide 7 - Open question
Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren ben ik om vier uur naar huis...(gaan)
Gisteren ben ik om vier uur naar huis...(gaan)
Slide 8 - Open question
Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ...(fietsen)
Ik heb wel 10 minuten ...(fietsen)
Slide 9 - Open question
Vul het voltooid deelwoord in.
Ik ben al 3 jaar ...(trouwen)
Ik ben al 3 jaar ...(trouwen)
Slide 10 - Open question
Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)
Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)
