PV verleden tijd + voltooide tijd

Werkwoordspelling
verleden tijd 


voltooid deelwoord
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Werkwoordspelling
verleden tijd 


voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is de verleden tijd?
werken - Jij ...

Slide 3 - Open question

Wat is de verleden tijd?
raken - Hij ...

Slide 4 - Open question

Wat is de verleden tijd?
spelen - wij ...

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb een boterham ...(eten)

Slide 7 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb heel hard ....(rennen)

Slide 8 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren ben ik om vier uur naar huis...(gaan)

Slide 9 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ...(fietsen)

Slide 10 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik ben al 3 jaar ...(trouwen)

Slide 11 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)

Slide 12 - Open question

Vul de goede vorm in.
1. Het heeft gisteren bijna de hele dag ... (regenen).
2. De agent ...(vermoeden) dat de brutale jongen tegen hem stond te liegen.
3. Dit jaar heb ik mijn verjaardag ...(vieren) in het buurthuis.
4. Remy ...(fronsen) haar wenkbrauwen toen ze de vraag ...(zien).
5.De stoere jongen ... (willen) best toegeven dat hij had ...(huilen) tijdens de film. 

Slide 13 - Slide

Nakijken
1. Het heeft gisteren bijna de hele dag geregend.
2. De agent vermoedde dat de brutale jongen tegen hem stond te liegen.
3. Dit jaar heb ik mijn verjaardag gevierd in het buurthuis.
4. Remy fronste haar wenkbrauwen toen ze de vraag zag.
5.De stoere jongen wilde best toegeven dat hij had gehuild tijdens de film. 

Slide 14 - Slide

Vul de goede vorm in.
6. Ik ...(durven) niet te kijken toen de beslissende penalty werd genomen.
7. De wandelaars ...(lessen) hun dorst bij het bergbeekje.
8. Het heeft mij niet ...(verbazen) dat Pieter te laat kwam.
4. Felice heeft haar abonnement op het glamourblad ...(verlengen).
10. Toen ik drie was, zijn we ...(verhuizen) naar de andere kant van het land. 

Slide 15 - Slide

Nakijken
6. Ik durfde niet te kijken toen de beslissende penalty werd genomen.
7. De wandelaars lesten hun dorst bij het bergbeekje.
8. Het heeft mij niet verbaasd dat Pieter te laat kwam.
4. Felice heeft haar abonnement op het glamourblad verlengd.
10. Toen ik drie was, zijn we verhuisd naar de andere kant van het land. 

Slide 16 - Slide

Zin met 2 pv en 2 ond
Voorbeelden

Tim pakt limonade, omdat hij dorst heeft.​ 
Fien gaat naar de dokter, omdat ze haar arm heeft gebroken.​
​Terwijl moeder het beslag maakt, zet Evi de oven aan.​

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video